Het Algemeen Dagblad schrijft vandaag over speciale trainingen voor moeilijke leerlingen: leerlingen met gedrags- en leerproblemen die lastig zijn en het lastig hebben op school. Ze kunnen zich niet concentreren, luisteren niet naar de leraar en zijn soms hondsbrutaal. Dat is vervelend voor de leerling, voor de leraar en voor de medeleerlingen.
Voor zulke leerlingen is er op steeds meer scholen een impulsklas. Daarin mag de moeilijke leerling een ochtend per week – samen met zijn ouders – aan zijn gedragsproblemen werken. Het beoogde resultaat daarvan is dat de moeilijke leerlingen na verloop van tijd geen moeilijke leerlingen meer zijn, maar dat ze zich beter kunnen concentreren, leuk meedoen met de groep en niet meer brutaal zijn.
Het woord impulsklas is relatief nieuw. In 2010 was al eens sprake van een profijt- en impulsklas op een school in Deppenbroek, speciaal voor moeilijke allochtone leerlingen. Die moesten in eerste instantie beter Nederlands leren, omdat ze een taalachterstand hadden.
Tussen 2010 en 2015 figureerde het woord impulsklas echter niet in de media, dus het leek alweer vergeten. Maar vandaag blijkt dat er op diverse scholen, overal in het land, impulsklassen zijn gestart. In het onderwijs zal het dus wel een bekend fenomeen zijn. Nu nog even afwachten of de impulsklassen op lange termijn succesvol zijn én of het woord algemeentalig zal worden.
Geef een reactie