In NRC Next schrijft Lars Duursma vandaag over de schandpaalcultuur, die nieuw leven is ingeblazen door de sociale media: ‘Steeds vaker leidt één ongepaste of onbegrepen opmerking tot een heksenjacht waarbij een losgeslagen meute slachtoffers aan de schandpaal nagelt. Of iemand werkelijk schuldig is, lijkt nauwelijks relevant.’ Duursma noemt de sociale media ‘sociale massavernietigingswapens’ waarmee ‘pesterijen op een tot voor kort ongekende schaal worden uitvergroot’.
Een goed voorbeeld is Nobelprijswinnaar Tim Hunt, die afgelopen zomer een ongelukkig grapje maakte tijdens een symposium in Seoul, dat een wetenschapsjournaliste verkeerd opvatte en verdraaide: ‘In een reeks kwaadaardige berichtjes op Twitter zette ze Hunt te kijk als een seksist, en de internetmeute deed de rest.’
Het woord internetmeute als naam voor de massa die op de sociale media binnen de kortste keren iemands reputatie om zeep kan helpen, is niet nieuw, maar wordt wel steeds interessanter. De Groene Amsterdammer schreef eerder dit jaar over een virtuele lynchmob –nóg een woord om te onthouden – waarbij iemands reputatie door ‘een agressieve internetmeute’ om zeep werd geholpen en in 2012 dook het woord ook al eens op in een Nederlandse krant.
De vroegste vindplaats in het Nederlands dateert uit 2009 en maakt duidelijk dat internetmeute een vertaling is van de Engelse term internet mob, die in het Angelsaksische taalgebied al helemaal ingeburgerd is. Het ligt voor de hand dat internetmeute in onze taal ook courant zal worden, al kan daar nog wel even overheen gaan.
Geef een reactie