Het Algemeen Dagblad schrijft vandaag over een jongeman die vorig jaar met Oud en Nieuw een nieuwe bijnaam kreeg: ‘Ridge de kogelkopper’. Op die dag voelde hij een harde klap, waarna hij met heftige hoofdpijn naar de huisarts ging, die constateerde dat er een kogel in Ridge’s hersenpan zat. ‘En niet zo’n kleintje van een luchtbuks. Nee, een echte.’ Ridge had geluk: ‘De kogel is net niet door zijn schedel gegaan en heeft geen vitale delen geraakt zoals zijn slaap.’ Vermoedelijk was het een zwerfkogel, schreef de krant even later, die toevallig in de schedel van de jongeman terechtgekomen was.
Het woord zwerfkogel debuteerde in de Nederlandse media op 3 januari, maar pas vandaag, 14 december, staat het opnieuw in de krant. Kogelkopper is weliswaar een nieuwe samenstelling, maar deze samenstelling is wel gebaseerd op een uitdrukking die in informeel taalgebruik vaker wordt aangetroffen: een kogel koppen.
Een kogel koppen is een synoniem van de uitdrukking tegen een kogel aanlopen, met dit verschil dat een kogel koppen specifiek slaat op het verschijnsel dat iemand een kogel in zijn hoofd krijgt. De uitdrukking werd bijna 20 jaar geleden voor het eerst in een krant aangetroffen. Over de (terugkeer van de) mililtaire dienstplicht schreef Trouw toen: ‘Een onzinnig idee. Kogels koppen, daar zijn mensen niet voor gemaakt.’
Tegenwoordig tref je de uitdrukking een kogel koppen geregeld aan op weblog GeenStijl, waar de beschreven handeling gewoonlijk een fataal gevolg heeft.
Geef een reactie