Soms is het net alsof een woord opeens in de lucht hangt. Vorig week zaterdag noemde de Volkskrant de film Die Wand een ‘apocalyptisch solodrama’ en vandaag kopt Trouw ‘Luchtvaartmaatschappijen willen twee man in cockpit om solodrama’s te voorkomen’. En dat terwijl solodrama al twintig jaar niet meer in een Nederlandstalige krant had gestaan.
Solodrama is dan ook een onbekend woord, een woord bovendien met een diffuse betekenis. In de krantenkop in Trouw moet het woord wel zoiets betekenen als een drama dat door één persoon gecreëerd is. De kop verwijst immers naar de gruwelijke zelfmoordactie van de copiloot van Germanwings eerder deze week, die met zijn soloactie wel een massadrama creëerde voor 149 inzittenden van het vliegtuig én hun nabestaanden. ‘Een soloactie die uitloopt op een drama’, dat zou dus en adequate definitie van solodrama kunnen zijn. Althans, afgaande op deze ene bewijsplaats.
Nemen we het bericht in de Volkskrant als bewijsplaats, dan is het een film of toneelstuk rond het handelen van één personage. Kijken we op internet, dan is dat een betekenis die wel een paar keer vaker wordt aangetroffen.
Zo’n exercitie geeft vooral aan dat je een woord nooit op basis van één bewijsplaats kunt definiëren. En dat is gelukkig ook niet nodig, want staat een woord slechts één keer (in een bepaalde context) in de krant, dan is dat nooit voldoende reden om er een trefwoord van te maken voor de Dikke Van Dale.
Geef een reactie