We kenden al de woorden relatie-cv en liefdes-cv en onlangs vermoeide een oude kennis ons over haar – wat ze noemde – (uitgebreide) seks-cv, maar het woord ziekte-cv is, dat vandaag zijn debuut maakt in een landelijke krant, is nieuw voor ons. De Telegraaf schrijft namelijk dat het Koningin Wilhelmina Fonds (oud-)kankerpatiënten gaat betrekken bij zijn activiteiten en onder de ervaringsdeskundigen in de nieuwe ingestelde paco (‘patiëntenadviescommissie’) bevindt zich Piet, die een ‘ziekte-cv heeft met onder meer blaas- en prostaatkanker’.
Helemaal nieuw in onze taal is het woord ziekte-cv overigens niet. Eén keer eerder figureerde het woord al in een regionaal dagblad. In december 2011 schreef het Haarlems Dagblad al eens over een vrouw met een ‘onuitputtelijke ziekte-cv, ondertussen veertien keer genezen van alles en nog wat’. Ook op internet komt het woord een handvol keren voor. Waarschijnlijk is het dus in de zorg niet een geheel onbekend woord.
De samenstelling ziekte-cv maakt samen met de al langer bekende woorden relatie-cv, liefdes-cv en seks-cv duidelijk dat de afkorting cv zich goed leent voor het vormen an samenstellingen. Er blijken er zelfs nog veel meer te zijn. Zo vraagt een muzikant zich op internet af wat hij in zijn muziek-cv moet schrijven en een wetenschapper heeft het over een publicatie-cv. Er zijn vast nog meer van de samenstellingen: wie er nóg een kent, mag ’m melden.
Geef een reactie