‘Amsterdam en Almere moeten tot een dubbelstad uitgroeien’, schrijft NRC vandaag, op 27 juni 2006. Dubbelstad staat weliswaar niet in de Dikke Van Dale, maar is geen nieuw woord. Hengelo en Enschede bijvoorbeeld worden al langere tijd een dubbelstad genoemd en Nijmegen en Arnhem dreigen het in de toekomst te worden.
Naast dubbelstad zijn er enige verwante woorden in omloop. Zoals dubbelgemeente,stedenband, fusiestad en fusiegemeente. Die laatste twee woorden verwijzen naar een ‘stad, respectievelijk gemeente die ontstaan is door een (bestuurlijke) fusie van twee of meer gemeenten’. Stedenband is in de media meestal hetzelfde als een jumelage , d.w.z. een ‘vriendschappelijke associatie tussen (…) gemeenten uit verschillende landen’. Het woord wordt in de media echter ook wel gebruikt voor een politieke, sociale, economische en/of culturele associatie tussen twee belendende steden in een en hetzelfde land.
Wat precies de betekenis van dubbelstad is, is nog niet helemaal uitgekristalliseerd. Het kan een bestuurlijke eenheid zijn die gevormd wordt door twee steden met een eigen (lager) bestuur. Maar ook een agglomeratie bestaande uit twee aaneengegroeide steden. Beide betekenissen worden ondersteund door het gebruik van het woord in de krant. Wellicht moet dubbelstad daarom binnenkort in beide betekenissen in het woordenboek worden opgenomen. En ook stedenband verdient eigenlijk wel een plaatsje in de Grote Van Dale, al was het maar om te verwijzen naar jumelage.
Geef een reactie