Wie blut is, heeft geen geld meer. Blut is weleens opgevat als een verbastering van Ruth, de naam van een straatarme Bijbelse vrouw die uiteindelijk trouwde met een stinkrijke man: Boaz. Die verklaring is echter vergezocht en klopt dan ook niet. Tegenwoordig wordt blut vaak opgevat als een variant van bloot, dat in het Middelnederlands ‘berooid’ en ‘behoeftig’ betekende.
Een vergelijkbare relatie als tussen bloot en blut treffen we ook aan in andere Nederlandse woorden die zowel ‘zonder bedekking’ als ‘zonder bezit’ betekenen. Het beste voorbeeld daarvan is kaal, dat eigenlijk ‘zonder haar’ betekent, maar in uitdrukkingen als zo kaal als een luis ‘straatarm’ betekent. Ook in de uitdrukking geen hemd aan het lijf hebben (letterlijk: onbedekt zijn) wordt armoede geassocieerd met naaktheid. Wie blut is, heeft geen vet meer op de botten, heeft niet veel meer om het lijf, heeft met andere woorden alles verloren.
Geef een reactie