De Telegraaf werpt zich vanochtend op als kampioen van de vrijheid van meningsuiting in zijn hoofdredactioneel commentaar, dat besluit met de woorden: ‘Geloofsbarbaren die op onze vernietiging uit zijn, moeten met alle beschikbare middelen worden bestreden en uitgeschakeld. Wij zijn het aan onszelf verplicht het vrije woord tegen iedere prijs te verdedigen. We laten ons niet bang maken!’
Het gaat even om het woord geloofsbarbaren. Dat is een interessant woord. Niet omdat het helemaal nieuw is. Dat is geloofsbarbaar namelijk niet: op 11 augustus 2014 had de Telegraaf het al eens over de ‘geloofsbarbaren van ISIS’ en op internet komt het woord ook een paar honderd keer voor. Maar het woord wordt de laatste jaren wel vaker aangetroffen en is dus bezig aan een opmars in onze taal. Datzelfde geldt voor godsdienstbarbaar. Uit de vindplaatsen op internet blijkt dat met geloofsbarbaren en godsdienstbarbaren meestal ‘moslimfundamentalisten’ worden bedoeld, een woord dat trouwens steeds vaker automatisch geassocieerd wordt met terreur en terrorisme en dus synoniem dreigt te worden met moslimterrorist.
Maar goed, wat is er zo interessant aan het woord geloofsbarbaar. Het is een gewone samenstelling ter aanduiding van iemand die zich op grond van zijn geloofsovertuiging tot barbaar ontwikkelt. Etymologisch gezien is een barbaar van oorsprong iemand die beschaving mist of die een vreemdeling, een buitenstaander is. Geloofsbarbaren zijn dan ook per definitie mensen die zich buiten de maatschappij plaatsen. Ze willen er niet bij horen.
Interessant is verder dat de woorden geloofsbarbaar en godsdienstbarbaar (vrijwel) niet in het enkelvoud voorkomen. De bedoelde personen worden gewoonlijk als collectief ten tonele gevoerd. Het zijn blijkbaar geen autonoom denkende en zelfstandig optredende lieden, maar ‘barbaarse mensen die met geloofsgenoten door religie gemotiveerde wreedheden begaan’. Geloofsbarbaren willen er, zoals gezegd, zelf niet bij horen, maar misschien moet je ze er ook wel niet bij willen laten horen. Immers, maatschappelijk gezien heb je helemaal niets aan hen. Ze zijn niet constructief, maar destructief.
Geef een reactie