Ja hoor, het is verkiezingstijd en dat betekent dat we weer wat politieke modewoorden mogen begroeten. Zo verwijt de premier des vaderlands VVD-lijstaanvoerder Mark Rutte de partijen D66 en CDA een bezuinigingsfetisj te hebben.
Bezuinigingsfetisj is om verschillende redenen een interessant woord. Mensen hebben tegenwoordig allerlei fetisjen: een boekenfetisj, een leerfetisj, een muziekfetisj, een schoenenfetisj. Sommige fetisjen hebben een erotisch karakter, zoals bontfetisj, leerfetisj en lingeriefetisj ; andere hebben geen erotisch karakter, maar een veel bravere betekenis: wie een boekenfetisj heeft, heeft een fascinatie voor boeken (en is waarschijnlijk een groot boekenverzamelaar) en wie een muziekfetisj heeft, is een muziekfanaat. Wie een schoenenfetisj heeft, kan een erotisch getinte voorliefde voor schoenen hebben, maar kan ook braafweg elke paar weken nieuwe schoenen kopen.
Waarschijnlijk moeten we bezuinigingsfetisj ook op een niet-erotische wijze opvatten, dus als een fanatieke voorliefde voor bezuinigingen. Er zijn maar weinig samenstellingen van fetisj met zo’n handelingswoord en alleen al om die reden is bezuinigingsfetisj interessant.
Maar bezuinigingsfetisj is om nóg een reden interessant. Rutte gebruikt het woord met een negatieve bijklank. Die bijklank ontleent het woord niet aan de andere samenstellinge n met fetisj, maar aan woorden als cijferfetisjist en cijferfetisjisme, waarin fetisjisme ‘overdreven fascinatie voor’ en zelfs ‘obsessie voor’ betekent. Een cijferfetisjist is een obsessieve boekhouder en een feitenfetisjist is het tegenovergestelde van iemand die factfree journalistiek of politiek bedrijft.
Dat Rutte D66 en het CDA verwijt een bezuinigingsfetisj te hebben wil dus eigenlijk zeggen dat hij vindt dat die partijen geobsedeerd worden door bezuinigingen. Dat weten we wel en dat heeft hij al vaker gezegd. Dat Rutte daar nu een onbekend maar prikkelend woord voor gebruikt, geeft aan dat hij met zijn verwijt vooral in het nieuws wil komen.
Geef een reactie