Sommige mensen vinden de Woord van het Jaar-verkiezing maar onzin. Ze zijn van mening dat de genomineerde en zelfs de winnende nieuwe woorden onze taal niet blijvend verrijken en verwijzen dan meestal naar het winnende woord in 2007: bokitoproof. Wie gebruikt dat nog?
Bokitoproof wordt inderdaad niet zo vaak gebruikt, maar dat geldt voor meer woorden. Laatst las ik het woord verrinneweren (verwoesten). Het is een prima Nederlands woord, maar heb ik het de laatste vijftig jaar één keer iemand horen gebruiken?
Bokitoproof staat daarentegen elk jaar wel een keer in de krant. Daarmee is het echter nog lang geen courant woord. Toch spookt bokito zelf nog steeds wel door onze taal. Vooral als metafoor voor een onbesuisde, agressieve of ruwe figuur.
Ook in samenstellingen is bokito geregeld te vinden. Zo heet een agressieve evangelist in de krant een bokito-evangelist. En linkse mensen hebben het soms over het bokitokapitalisme als ze het Angelsaksische kapitalisme bedoelen.
Vandaag staat in het Algemeen Dagblad een nieuw bokito-woord. Een kapgier heeft in Blijdorp een bezoeker aangevallen of in elk geval geraakt en in de krant is meteen sprake van een bokitoactie, een aanval van een dier op een mens: ‘Een bezoeker van Diergaarde Blijdorp is deze week belaagd door een gier. De vogel vloog in de nek van Henk Koelewijn en heeft een flinke kras achtergelaten op zijn oor en achterhoofd. Koelewijn, werkzaam als leraar biologie, is er nog steeds beduusd van. “Het was een Bokito-actie!”‘
Ook dit woord zal wel niet beklijven. Elk voor zich zijn de bokito-samenstellingen dan ook niet zo interessant, maar gezamenlijk maken ze duidelijk dat bokito nu al bijna 10 jaar lang tot de metaforenschat behoort, waaruit taalgebruikers kunnen putten als ze om een woord verlegen zitten.
Geef een reactie