Trouw schrijft vandaag over hulpmiddelen om dementerende ouderen te kunnen tracken en tracen. Zulke dwaalbejaarden trekken er nogal eens op uit en kunnen dan gemakkelijk verloren lopen. Als de oudere echter een gps-apparaatje bij zich heeft, kan hij of zij ook weer gemakkelijk teruggevonden worden.
Tot nu toe waren veel gps-apparaten losse voorwerpen, zoals armbanden en sleutelhangers, die gemakkelijk kwijt konden raken, waardoor ze eigenlijk niet goed werken bij de dwaalbejaarden. Een nieuwe vinding, een inlegzool met gps, een zogenaamde smartzool, lijkt veel effectiever.
Maar daar gaat het nu niet om, het gaat hier om het woord dwaalbejaarde. Even dachten we dat het een gelegenheidswoord is, maar het blijkt in 2014 al eens in een nieuwsbericht te hebben gestaan. Half januari 2014 maakte het ANP namelijk al eens melding van maatregelen die de Vlaamse overheid wilde nemen om dwaalbejaarden te kunnen monitoren. Dat bericht blijkt te zijn overgenomen uit De Standaard, waarin het woord dwaalbejaarde voorkwam als naam voor ‘een oudere met dementie die op de dool is’.
Het woord blijkt echter nog iets ouder te zijn. Al in 2013 maakte het zijn opwachting op het weblog GeenStijl en in hetzelfde jaar waren her en der op internet nog diverse vindplaatsen van dwaalbejaarde te vinden.
Dat het woord nu opeens zonder toelichting opduikt in een krantenbericht suggereert dat het in de ouderenzorg al ingeburgerd is. Kijken we wat verder op internet, dan vinden we het woord inderdaad op relevante websites, zoals die van de ouderenbond. Ook al is dwaalbejaarde nog slechts één keer in een echte krant gespot, toch lijkt het dus al behoorlijk ingeburgerd te zijn.
Het is in elk geval een mooi woord, omdat dwalen in de samenstelling dwaalbejaarde enigszins dubbelzinnig is. Het kan immers zowel letterlijk (onderweg verdwalen) als figuurlijk (mentaal de weg kwijt zijn) betekenen.
Geef een reactie