De volkskrant schrijft vandaag over een nieuwe manier van sporten: elektrosporten. Dat woord verwijst naar ‘het uitvoeren van sportoefeningen onder een vrijwel continue toediening van elektronische prikkels’. De sportmethode is ontwikkeld door fysiotherapeuten. In Nederland is het nog lang geen ingeburgerde manier van sporten, maar in Duitsland is het elektrosporten al een hype.
Voor het elektrosporten moet je een korset met elektroden aandoen, waarmee stroomstootjes worden gegeven die de spieren plaatselijk stimuleren. Je zou hierdoor vet sneller omzetten in spieren en je uiteindelijk ook fitter voelen. Afvallen doe je er niet van, van dat elektrosporten, want spierweefsel is nu eenmaal zwaarder dan vetweefsel.
Het werkwoord elektrosporten maakt vandaag zijn debuut in een Nederlandse krant. Ook op internet is er geen relevante bewijsplaats van elektrosport en elektrosporten te vinden die verwijst naar de nieuwe hype. Nou ja, de hype die nog een hype moet worden. Of moet worden? Voor ons hoeft het elektrosporten helemaal geen hype te worden. Wij doen al voldoende aan sport door dagelijks twee uur ijsberend na te denken over nieuwe woorden.
Maar áls elektrosporten toch een hype wordt, ja, dan moeten wij er ook aan geloven en krijgt het woord een woordenboekdefinitie. Gelukkig hoeven we daarvoor niet zelf te gaan elektrosporten. Ook zonder ‘participerende lexicografie’ kun je vaak – al ijsberend – adequate definities bedenken.
Geef een reactie