De volkskrant schrijft vandaag dat de G7 heeft besloten tot decarbonisering: de uitstoot van CO2 moet op allerlei manieren worden beperkt. Bijvoorbeeld door wie CO2 uitstoot daarvoor te laten betalen. Andere manieren om de uitstoot van CO2 te ontmoedigen is het stimuleren van de opwekking van hernieuwbare energie en het stimuleren van energiebesparing.
Decarbonisering stond al eens eerder in de krant, maar is nooit echt ingeburgerd geraakt. Misschien gebeurt dat nu wel, nu de G7 de ‘ontkoling’ (want zo zou je decarbonisering kunnen parafraseren) ter hand gaat nemen.
Het wat ouderwets ogende woord ontkoling tref je in deze betekenis trouwens zelfs vaker aan in de media dan decarbonisering. Zo schreef de Volkskrant een paar jaar geleden over de doelstellingen van de Britse premier Cameron, die zich ten doel had gesteld de CO2-uitstoot in Groot-Brittannië in twaalf jaar tijd te halveren. Ontkoling is sowieso een adequaat en logisch synoniem voor decarbonisering, omdat de reductie van CO2 in de praktijk vaak betekent dat kolencentrales worden gesloten.
Terug naar decarbonisering. Dat woord is nog niet courant en hoort dus niet in een woordenboek. Maar zelfs als het wel courant wordt, zal het mogelijkerwijs nooit als zelfstandige ingang in een woordenboek opgenomen worden. Decarbonisering is – net als het nog minder vaak aangetroffen decarbonisatie – namelijk een regelmatige afleiding van het werkwoord decarboniseren, dat sinds 2007 geregeld overgankelijk wordt gebruikt in combinaties als ‘de economie, de wereld decarboniseren’, die betekenen: ‘ervoor zorgen dat de economie, de wereld minder CO2-uitstoot produceert’. Als deze vorm van duurzaamheidsbevordering doorgaat, zal vermoedelijk dus niet decarbonisering maar decarboniseren in het woordenboek komen. En de kans is groot dat ontkolen er dan meteen een betekenis bij krijgt: ‘decarboniseren’.
Geef een reactie