Vaak zijn het de saaie woorden die de toekomst hebben. Neem huisbatterij. Op het eerste gezicht is dat niets meer of minder dan een batterij (voor) in huis. Het is een woord dus waar nauwelijks iets over te vertellen lijkt. Maar dat is slechts schijn. De huisbatterij is in werkelijkheid de naam van een grote accu die zelf opgewekte zonnestroom kan opslaan. Een batterij als in uw Tesla Model S dus, maar dan eentje die stroom levert voor uw verlichting, koelkast en stofzuiger in huis. Het woord staat vandaag in de krant: ‘Zonnepanelen en huisbatterijen nemen een steeds groter deel van de energieopwekking op zich,’ schrijft De Telegraaf vandaag: ‘Hierdoor wordt de rol van het stroomnet teruggedrongen: Zonnestroom zal de sector veranderen.’
Huisbatterij oogt nu al als een woord dat er altijd al is geweest, maar in feite maakte het zijn debuut in de media op 4 januari 2014. Zoals zoveel onopvallende woorden werd huisbatterij niet opgemerkt. Ook in de anderhalf jaar nadien werd het woord nauwelijks in de media aangetroffen. Alsof het er niet was. Datzelfde geldt voor huisaccu, dat iets ouder is, maar net als huisbatterij opeens, sinds juni, juli 2015, wat vaker in de media opduikt.
Als de trend doorzet, wekken we binnenkort allemaal onze eigen stroom op, die we dankzij de huisbatterij geheel en al zelf gebruiken. We zien de reclameslogans voor de huisbatterij al voor ons: ‘Eigen stroom eerst!’ Die zelfvoorzienendheid vereist dat in elk huis een huisbatterij staat. Als de huisbatterij zo algemeen is geworden, is de kans groot dat in het woordenboek kan worden opgezocht wat het woord huisbatterij betekent, welke synoniemen het heeft en hoe je het woord in zinsverband gebruikt.
Geef een reactie