tindertoer

geplaatst in: Woord van de dag | 0

In de jaren zeventig gingen tieners in de zomer massaal op Tienertoer: een paar dagen onbeperkt treinen door het land. Zo kwam je zelfs in plaatsen waar je later in je leven nooit meer hoefde terug te komen. Er bestond zelfs een werkwoord tienertoeren. ‘Wat ga je deze zomer doen?’ ‘Een weekje tienertoeren.’

De Tienertoerkaart bestaat alleen nog in de herinnering van vijftigers en veertigers van nu. De jeugd van tegenwoordig gaat op tindertoer. Dat woord maakt vandaag zijn debuut in de media. In het Algemeen Dagblad om precies te zijn. Daarin doet een jongeman verslag van zijn poging om op de bonnefooi van de ene naar de andere Europese stad te reizen, waar hij vervolgens via de datingapp Tinder een adres zoekt om te slapen. Of zo. In ieder stadje een ander schatje, die uitspraak is dus niet langer alleen van toepassing op zeelieden.

Het lijkt in de verte een beetje op een andere moderne manier van reizen: couchsurfen oftewel sofasurfen . Dat is ‘reizen waarbij men overnacht bij particulieren met wie men via een internetorganisatie in contact is gekomen’. Tindertoeren (toe maar, we verzinnen het werkwoord er meteen maar bij) wijkt in dit opzicht af van sofasurfen, dat je overnacht bij iemand met wie je een match hebt via Tinder.

Vooralsnog is tindertoer geen gangbaar woord, maar dat zou het wel gemakkelijk kunnen worden. Ook het werkwoord tindertoeren spreekt op voorhand tot de verbeelding. Beide taalvormen hebben alle succesfactoren om gangbare nieuwe woorden te worden: ze zijn tamelijk doorzichtig, dat wil zeggen dat de betekenis ervan zich gemakkelijk blootgeeft, ze klinken dankzij de herhaalde t-klank (van tinder en van toer) goed, én ze bevatten een toespeling op een woord dat in het collectieve geheugen rondzoemt (tienertoer). Nu hoeft het tindertoeren alleen nog maar een hype te worden, dan kan het woord zó in het woordenboek.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *