De Telegraaf schrijft vandaag over de man die op 7 januari, een jaar na de aanslag op Charlie Hebdo, in Parijs een aanslag wilde plegen op een politiebureau. De dader blijkt een asielzoeker met verschillende identiteiten te zijn: ‘Hij was er in een vluchtelingencentrum bekend als de achttienjarige Syriër Walid Salihi. In Frankrijk ging dezelfde man door voor een twintigjarige Marokkaan, maar ook als de Tunesiër Tarek Belgacem. Hij zou in Europa zeker zeven identiteiten hebben gehad.’ En hij zou in elk geval in Roemenië, Oostenrijk, Italië, Zwitserland, Duitsland en Zweden asiel hebben aangevraagd. Zijn laatste verblijfplaats (of althans zijn laatste officieel bekende verblijfplaats) was een asielzoekerscentrum in Recklinghuizen in Duitsland.
De Telegraaf noemt zijn pogingen om in verschillende landen asiel te krijgen een asielmarathon. Dat woord is ontleend aan een bericht in de Duitse krant Bild en dus een letterlijke vertaling van het Duits Asylmarathon.
Asylmarathon is al enige tijd gangbaar in het Duits. En niet alleen in verband met asielzoekers uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Zo werd het woord ongeveer een jaar geleden gebruikt in verband met Julian Assange. Het woord duidt op verwoede en zeer langdurige pogingen om ergens asiel te krijgen. In tegenstelling tot Asylmarathon in het Duits is asielmarathon in onze taal niet ingeburgerd. Maar als de asielzoekersproblematiek lang aanhoudt, zal onze taal ongetwijfeld worden verrijkt met veel nieuwe asiel-woorden, waarvan sommige zelfs courant zullen worden. Misschien is asielmarathon er daar wel een van.
Geef een reactie