Max Pam schrijft vandaag in de Volkskrant onder de kop ‘Natuurbegraven in uw achtertuin’ over natuurbegraafplaatsen ‘die als paddenstoelen uit de grond schieten’.
Natuurbegraafplaats staat al sinds 2006 in de Dikke Van Dale, maar natuurbegraven staat er nog niet in. Natuurbegraafplaatsen zijn begraafplaatsen in een natuurgebied, waar mensen ‘groen’ begraven kunnen worden. Zo zou je het werkwoord natuurbegraven dus kunnen omschrijven: als groen begraven. Maar als natuurbegraven écht in het woordenboek wordt opgenomen, zal de definitie wel enigszins anders luiden. Nee, niet begraven in de (vrije) natuur, want dat mag niet en dat kan niet (want er is geen natuur meer in dit land), maar begraven op een natuurbegraafplaats. Een synoniem groen begraven completeert dan de behandeling van het trefwoord
Als natuurbegraven als werkwoord ingeburgerd raakt, zal het hoogstwaarschijnlijk alleen in de onbepaalde wijs worden gebruikt, dus als infinitief. Het is desnoods denkbaar dat het als onscheidbaar samengesteld werkwoord zal worden gebruikt. Dan kan een uitvaartondernemer zeggen: ‘wij natuurbegraven al sinds een jaar of tien’ of ‘we gaan hem natuurbegraven’.
De vraag is ten slotte: zal natuurbegraven een courant werkwoord worden?
Zeker, eigenlijk is het dat al, althans in de uitvaartsector, waarin de organisatie Natuurbegraven Nederland verantwoordelijk is voor de exploitatie van de natuurbegraafplaatsen. Mede doordat het woord natuurbegraven deel uitmaakt van de naam van een instantie is dit woord al behoorlijk gepopulariseerd.
Geef een reactie