‘Een collega stoot keihard z’n knie. Je ziet het en je krimpt ineen, je voelt de pijnscheut óók, in je eigen knie. Herkenbaar? Een goede kans dat je ‘spiegel-aanraking-synesthesie’ hebt,’ schrijft het Algemeen Dagblad vandaag onder de kop ‘Proefkonijnen gezocht voor onderzoek naar spiegelpijn’.
Het is duidelijk: spiegelaanrakingsynesthesie (de koppeltekens zijn niet nodig) is een medische vakterm en de krant heeft deze vakterm omgebouwd tot een aansprekende lekenterm: spiegelpijn dus.
De medische vakterm is een letterlijke vertaling uit het Engels, waarin deze empathische pijn mirror-touch synesthesia heet. De vakterm zelf is, alleen al door het element synesthesie, waarschijnlijk te ingewikkeld om courant te worden.
Spiegelpijn staat niet in de Dikke Van Dale, maar is ook geen volstrekt nieuw woord. Uit de diverse vindplaatsen blijkt dat het in verschillende betekenissen wordt gebruikt. Zo noemt iemand pijn op de andere helft van zijn lichaam dan waar zich letsel bevindt ‘spiegelpijn’. Maar in geen van die betekenissen is het woord gangbaar geworden. Spiegelpijn in de betekenis waarin het Algemeen dagblad het nu gebruikt spreekt in potentie wel aan, ook omdat het een in de psychologie courante betekenis van het werkwoord spiegelen (gedrag onbewust imiteren) reflecteert. Zeker als er de komende tijd over het onderzoek zal worden gerapporteerd.
Geef een reactie