Niet-invasieve prenatale test – zo luidt de verklaring van de afkorting NIPT die vandaag volop in het nieuws is en die gebruikt wordt om te bepalen of een zwangere vrouw al dan niet een kind met het downsyndroom zal krijgen. Sommigen vinden dat de test voor álle zwangere vrouwen beschikbaar moet komen, anderen vrezen dat algemene invoering van deze downtest zal leiden tot ‘een downvrije samenleving’.
Over downvrij – een tamelijk akelig woord – willen we het niet hebben. Dat stond een jaar geleden al eens in de krant. En het Woord van de Dag is ook niet NIPT. Die afkorting circuleert al ongeveer twee jaar in de media, want in academische ziekenhuizen loopt sinds 2014 een proef waarbij vrouwen met een verhoogd risico op een kind met down zo’n test aangeboden krijgen.
Nee, we willen het hebben over de merkwaardige samenstelling NIPT-test. Dat woord staat vandaag in BN/DeStem: ‘De NIPT-test om het syndroom van Down vast te stellen bij ongeboren vruchten, moet toegankelijk worden voor alle zwangere vrouwen. Dat willen meerdere partijen in de Tweede Kamer.’
De vraag is: klopt die samenstelling wel? De laatste letter van de afkorting NIPT staat voor test. Waarom zou je dan nog test achter die afkorting zetten?
NIPT-test is in essentie een vrij onzinnige samenstelling en in de medische wereld zelf heeft men het vaak over NIPT óf over NIP-test. Andere kranten zijn in het recente verleden niet in de valkuil getrapt om van NIPT het woord NIPT-test te maken. Trouw en het Nederlands Dagblad bijvoorbeeld rapporteerden in het voorjaar van 2015 over de NIP-test.
Toch valt te vrezen dat NIPT-test vanaf nu wel vaker gebruikt zal gaan worden in de media, zeker omdat ook op de site rijksoverheid.nl sprake van de NIPT-test. Het zou zelfs zo maar kunnen gebeuren dat NIPT-test het woord NIP-test verdringt.
Geef een reactie