In het Nederlands Dagblad van vandaag staat dat meestribbelen een ‘nieuw woord van 2016’ is. ‘Duurzaamheidswetenschapper Magda Smink gebruikte het in haar proefschrift voor grote bedrijven die niet willen verduurzamen.’ De ND-redacteur is nogal gecharmeerd van dit ‘nieuwe woord’, dat volgens hem ook in de kerk van pas komt: ‘Meestribbelen, in de kerk kun je er ook niet zonder.’
Fijn om te weten. Maar nog fijner om te weten is dat meestribbelen helemaal geen nieuw woord is, althans niet in 2016. Oud-minister Pieter Winsemius bijvoorbeeld gebruikte het in 2012 in zijn boek Toeval is logisch: ‘Tegenstribbelen is prima, want het is duidelijk waar iemand staat, maar het gaat hier om meestribbelen: mensen praten met je mee maar doen geen moer. Bedenken waarom iets niet kan, maar nooit vertellen wat er dan wel kan.’ Sindsdien duikt meestribbelen ook op in allerlei managementboeken.
Maar meestribbelen is zelfs nog ouder. Op 10 juli 2007 schreef de Volkskrant onder de kop ‘Meestribbelen’ over meestribbelaars: ‘Meestribbelaars gaan de discussie uit de weg. Ze geven hun tegenstanders het grootste gelijk van de wereld. Ze komen hooguit met kleine kanttekeningen.’ Wie op internet gaat zoeken, zal uiteindelijk concluderen dat meestribbelen vlak na 2000 moet zijn ontstaan.
Het aangehaalde artikel uit het Nederlands Dagblad laat vooral mooi zien dat schrijvers/journalisten een woord vaak nieuw noemen simpelweg omdat ze het zelf niet kennen. Zo’n artikeltje in de krant helpt trouwens wel bij de inburgering van een relatief nieuw en onbekend woord. Meestribbelen staat nog niet in de Dikke Van Dale, simpelweg omdat het tot nu toe niet frequent genoeg gebruikt is om te kunnen besluiten dat het een courant woord is dat in het woordenboek hoort. Maar daar kan best op korte termijn verandering in komen.
E.Standaert
Leuk woord, ‘meestribbelen’. Het bevat een contradictio in terminis. ‘Tegenstribbelen’ is een vorm van verzet; denk aan een kleuter die niet weg wil bij de eendjes. ‘Meestribbelen’ is gecompliceerd, want iemand doet alsof hij/zij meewerkt maar saboteert intussen. Een woord voor een gedicht.