Het Nederlands Dagblad schrijft vandaag over weesboten: verlaten pleziervaartuigen en schuitjes waarvan de eigenaar onbekend is. Ze liggen maar een beetje te vergaan in het water of te verrotten op de oever. Ze gaan functioneren als vervallen plantenbak of – lek en half gezonken – als roestig aquarium voor de zoetwatervissen die er vroeger slechts omheen konden zwemmen. Spookboten worden ze ook wel genoemd, maar weesboot is – naar analogie van het ingeburgerde woord weesfiets – toch wel de gewoonste benaming voor deze vaartuigen.
Het woord figureert al een paar jaar op internet en duikt nu en dan op in de krant als iemand weer eens bedenkt dat al die weesboten een probleem vormen. Boten die vergaan kunnen gedurende dat proces immers milieuschade veroorzaken, maar ze zorgen in elk geval ook voor horizonvervuiling. Althans voor wie van een aangeharkt uitzicht houdt. Alleen wie de dingen om zich heen graag ten onder ziet gaan, zal de schoonheid van zo’n weesboot opvallen.
Het woord weesboot klinkt trouwens goed en het laat ook zien dat het element wees als eerste deel van samenstellingen mogelijk een grote toekomst heeft. IN 2010 lazen we al eens over weesvliegtuigen op een verlaten vliegveld. Auto’s zonder kenteken en met weggebeiteld chassisnummer nu en dan al weesauto’s, en we stellen ons zo voor dat achtergebleven brillen in de trein in de toekomst weesbrillen kunnen gaan heten. Maar terug naar de weesbotenproblematiek. Volgens kenners wordt die de komende tijd erger. Daarom is de kans groot dat ook het woord weeswoord wat algemener zal worden.
Geef een reactie