U, ik, wij allemaal stallen ons geld op de Bahama´s – dat ben je geneigd te denken als je vandaag in Trouw de kop ‘De slager stalt zijn geld op de Bahama’s’ leest. Hoe het met u zit, weten wij natuurlijk niet, maar wij doen niet aan verhullingsproducten.
Verhullingsproducten? Jazeker, in het bijbehorende Trouw-artikel zegt FiOD-medewerker Jan van Koningsveld ‘dat ondanks nieuwe financiële wet- en regelgeving de vraag naar ‘verhullingsproducten’ nog onverminderd groot is’.
Best een aardig woord, verhullingsproduct, en het maakt vandaag zijn wereldwijde debuut in ‘misschien wel de beste krant van Nederland’, zoals Trouw zich een tijd geleden met een pakkende slogan begon te noemen. Op internet blijkt het woord niet helemaal onbekend te zijn. We treffen het welgeteld één keer aan: in de aanprijzing van een boek dat binnenkort verschijnt onder de titel De offshore wereld ontmaskerd. Het is geschreven door … Jan van Koningsveld.
In het meervoud treffen we het woord nog iets vaker aan, steeds in relatie tot dezelfde persoon. Is hier misschien iemand bezig zijn woord te pluggen?
Als dat het geval is, zullen we maar vooralsnog maar aannemen dat de FIOD-medewerker de bedenker van het woord verhullingsproduct is. En mogelijk ook van verhullingsdienst, want dat figureert eveneens in de aankondiging van zijn boek.
Verhullingsproduct is niet echt een sexy woord. Een iets prikkelender woord zou misschien wat beter aandacht voor het fenomeen kunnen vragen: schaamlapproduct bijvoorbeeld. Hoewel, de Panama Papers zijn van zichzelf misschien al wel spannend genoeg.
Geef een reactie