Begin april – op 5 april 2016 om precies te zijn – lazen we het woord voor het eerst in een krant: klapdag. NRC betitelde de grootschalige actie van de politie in Noord-Brabant om drugsdealers op te pakken als klapdag. Het zou een woord zijn dat bij de politie courant is. ‘Klapdag, noemt de politie zo’n actie,’ schreef NRC. Op dat moment was het woord, met slechts een paar honderd hits op internet, nog nauwelijks bekend, laat staan courant.
Vanochtend berichtte BNR-radio echter over een grootschalige drugsactie van de politie in Den Haag die wel de hele dag kon duren en daarbij viel het woord opnieuw: aan de drugsactie waren maanden van voorbereiding voorafgegaan en nu was het klapdag. Het woord werd als een kenmerkende politieterm gepresenteerd.
Als we internet mogen geloven was klapdag al minstens tien jaar in gebruik bij de politie. In al die jaren is het woord echter niet opgepikt door de media, in elk geval niet door de landelijke kranten. Dat maakt dat het woord (nog) niet in de Dikke Van Dale staat.
Gaan we af op datzelfde internet, dan hangt klapdag samen met uitdrukkingen van het type ‘de misdaad een gevoelige klap toebrengen’, maar in een ouder bericht waarin klapdag figureert, wordt het in verband gebracht met de korteklapmethode, een woord dat Van Dale omschrijft als ‘methode om met een kortdurend, intensief onderzoek snel een criminele organisatie uit te schakelen’.
Wat maakt klapdag op dit moment zo interessant voor het woordenboek?
Niets anders dan dat dit woord laat zien dat een taalvorm jarenlang binnen een bepaalde groep of in een bepaald vakgebied bekend kan zijn, zonder dat het in de omgangstaal doordringt. Het laat ook zien dat een woord snel bekend kan worden als het eenmaal door de media is opgepikt. Of het woord nu ook blijvend tot de omgangstaal zal doordringen, is nog niet duidelijk. Dat kan pas worden vastgesteld als het ook over enkele jaren nog in de media wordt gebruikt en als het dan niet langer als een typische politieterm wordt gepresenteerd.
Geef een reactie