De scholen beginnen vandaag in Midden-Nederland, vandaar dat de kranten vandaag allemaal schrijven over het conflict tussen erdoganisten en gülenisten, dat zich ook op Turkse scholen kan manifesteren. Het woord van de dag is daarom gülenist, maar het zou net zo goed erdoganist kunnen zijn. Ook al worden ze niet even vaak aangetroffen, beide woorden horen bij elkaar als dag en nacht, als water en vuur.
Het woord erdoganist (aanhanger van de Turkse president Erdogan, 1954) is nog jong. Het figureert sinds begin augustus 2016 in de Nederlandse media. Een keer of vijf troffen we het woord tot dusver aan. Het woord gülenist wordt sinds half juli 2016 – sinds de mislukte coup tegen het Erdogan-bewind in Turkije, waar Gülen naar eigen zeggen trouwens niets mee te maken heeft – geregeld aangetroffen in de media, maar het figureerde daarin al eerder. Zo schreef NRC Handelsblad op 28 maart 2014 dat Erdogan had aangekondigd ‘de zogeheten Gülenisten tot in hun hol op te zullen sporen’. Twee weken eerder had Trouw het er al over dat Erdogan ‘de Gülenisten een hak wilde zetten’ en op 26 februari schreef het regionale dagblad BNDeStem over een ‘heksenjacht op Gülenisten’. Destijds werd gülenist nog geregeld met een hoofdletter gespeld, al is dat, naar analogie van andere volgelingennamen als calvinist, marxist en confucianist strikt genomen niet nodig. Anno 2016 is gülenist (‘aanhanger van de islamitische denker Fethulla Gülen, 1941) echter overduidelijk een soortnaam geworden die in veel kranten geheel volgens onze spellingsregels met een kleine letter wordt gespeld.
In tegenstelling tot gülenist is erdoganist nog niet echt geïntegreerd in onze taal. De ‘heksenjacht’ van Erdogan en zijn erdoganisten heeft er feitelijk voor gezorgd dat het woord gülenist wel ingeburgerd is geraakt in onze taal, terwijl erdoganist dat (nóg) niet is.
Betekent dit dat gülenist in het woordenboek moet en erdoganist niet?
In de Dikke Van Dale worden volgelingen van personen niet automatisch als zelfstandig lemma opgenomen, tenzij er iets interessants over te melden is. Bij het achtervoegsel -ist worden namen van aanhangers van bekende personen opgesomd, zoals calvinist, gaullist en marxist. Zulke woorden worden echter pas zelfstandig ingang (trefwoord met een definitie) als er iets bijzonders over te vertellen is, bijvoorbeeld dat de persoonsnaam niet zozeer verwijst naar een aanhanger van de bedoelde persoon, maar naar een aanhanger van de (politieke, religieuze etc.) stroming die naar die persoon genoemd is (calvinisme, gaullisme, marxisme). Erdoganisme en gülenisme zijn echter geen van beide courant in Nederlandstalige kranten. Alleen Zaman vandaag – een Nederlandstalige Turkse krant) vermeldde tot nu toe beide woorden. We moeten dus afwachten hoe deze woorden zich ontwikkelen in onze taal voordat we een beslissing kunnen nemen over óf en hóé deze namen van volgelingen van beide heren in het woordenboek moeten worden vermeld.