Het Wilde Westen maakte in 1976 zijn entree in de Dikke Van Dale. De term werd gedefinieerd als het westelijk deel van Amerika (‘het Verre Westen’), ‘waar het in de tijd van de bezetting door de blanken soms nogal wild toeging’. Het woordenboek noteerde er meteen bij dat het Wilde Westen ‘ook in oneigenlijk gebruik’ werd aangetroffen, maar specificeerde dat verder niet.
Anno 1976 was het Wilde Westen zeker al 125 jaar een min of meer courante combinatie in onze taal. Zo figureerde deze ‘topografische’ aanduiding in 1849 in een vertaling van het Duitse reisverhaal Skizzen einer Reise durch Nordamerika van Alexander Ziegler. Dat is meteen ook een van de vroegste vindplaatsen van het Wilde Westen. In het Engels moet Wild West, waar ons Wilde Westen op teruggaat, nog wat ouder zijn. Al vroeg in de 19e eeuw werd met the Wild West het land voorbij de Frontier in Noord-Amerika aangeduid.
Pas in de 20e eeuw, toen het ‘echte’ Wilde Westen op de kaart allang niet meer te vinden was, simpelweg omdat er geen land meer ten westen van de Frontier lag, kreeg het Wilde Westen ook een tweede, figuurlijke betekenis: ‘toestand waarin niemand zich houdt aan regels en waar het recht van de sterkste heerst’.
‘In een sfeer van totale wetteloosheid’, dus – maar als we die metafoor bedoelen, zeggen we tegenwoordig echter meestal kortweg wildwest, ´wildwest op de busbaan´, ´wildwest in de straat´, ‘wildwest in Amsterdam’, ´wildwest op de arbeidsmarkt´ en ‘de Amsterdamse huizenmarkt is puur wildwest geworden’. Met dat woord, wildwest, kunnen we ook naar believen samenstellingen vormen, variërend van wildwestachtervolging via wildwestschietpartij tot wildwesttaferelen.
Geef een reactie