De woorden stadion en stadium vinden beide hun oorsprong namelijk in hetzelfde Griekse woord: stadion. In de oudheid was dat de naam van een lengtemaat en een renbaan. Rond 1900 nam het Nederlands stadion over uit het Grieks en sindsdien heten onze sportcomplexen met tribunes stadions.
Stadium komt al langer voor in onze taal. Het woord werd rond 1850 overgenomen uit het Latijn, waarin stadium zich in de betekenis ‘tijdperk’ of ‘fase’ uit het Griekse woord stadion had ontwikkeld.
Misschien verklaart dat etymologische verband waarom je steeds vaker hoort dat stadion het meervoud dat stadium krijgt: stadia. Stadia als alternatief voor stadions is echter nog niet algemeen geaccepteerd. Gezien de vele schrijvers en sprekers die dit meervoud gebruiken, zal het waarschijnlijk niet lang meer duren voordat deze taalverandering ook door het woordenboek wordt opgepikt.
Geef een reactie