BNR Radio besteedde vanochtend aandacht aan een nieuwe campagne van Rijkswaterstaat, gericht op truckers. Die zijn zich vaak niet bewust van de hoogte van hun vrachtwagen. Dat leidt 11000 keer per jaar tot onnodig fileleed, want als de trucker met zijn te hoge wagen richting een tunnel rijdt, wordt die automatisch afgesloten voor al het verkeer. De vrachtwagen wordt vervolgens door Rijkswaterstaat naar een speciale uitvalsweg vlak vóór de tunnel geleid, waarna de chauffeur een bekeuring krijgt en op zoek kan gaan naar een andere route.
Tijdens het radio-interview waren de luisteraars getuige van de geboorte van een nieuw woord. De interviewer noemde de speciale uitvalsweg een hogewagenweg, waarna zijn gesprekspartner dat woord overnam. In het gesprek dat volgde viel het woord nog een keer of drie, alsof het een algemeen gangbaar woord is.
Dat is het niet. In de media en ook in andere publicaties is het woord as we speak niet te vinden. Misschien moeten we constateren dat hogewagenweg een gelegenheidswoord is voor een ‘vlucht- of uitvalsweg vóór een tunnel of viaduct om te hoge vrachtwagens naar een andere route te leiden’, maar het zou ook zomaar een term kunnen worden die we vaker gaan horen. Het woord voldoet aan een paar randvoorwaarden voor aantrekkelijke woorden: het bevat een fijn ritme (dankzij de opeenvolging van hoge en wagen), een aantrekkelijk binnenrijm (dankzij wagen en weg) en het is bovendien een toonbeeld van jip-en-janneketaal; het woord is namelijk volkomen transparant.
Rijkswaterstaat is al sinds jaar en dag een productieve woordenbakker. Afgelopen weekend troffen we in de krant (de Stentor) bijvoorbeeld ook al het woord geluidsgoot aan, een lekenterm voor een diffractor (een voorwerp dat o.m. geluidsgolven van richting kan laten veranderen) in de vorm van een goot met lange sleuven parallel aan de weg. Zo’n geluidsgoot zou de geluidsoverlast van de A1 in de buurt van Bathmen moeten gaan beperken. Helemaal nieuw is geluidsgoot trouwens niet. In vakbladen voor Rijkswaterstaatslieden troffen we het al eerder aan.
Dat Rijkswaterstaat onze woordenschat voortdurend uitbreidt, hoeft overigens geen verwondering te wekken. Deze overheidsdienst houdt zich immers bezig met iets wat iedereen aangaat: de inrichting van onze leefomgeving. Dat Rijkswaterstaat in verband daarmee ook ieders taal beïnvloedt, is eigenlijk vanzelfsprekend.
Geef een reactie