Özcan Akyol schrijft vandaag in het Algemeen Dagblad over de Jesse Klaver: ‘Er valt het nodige aan te merken op Jesse Klaver en zijn personal branding, die soms de idealen van de partij dreigt te overschaduwen, maar het getuigt van veel lef dat hij in een atmosfeer van xenofobie en elitehaat regelrecht staat voor wat hij is.’
Elitehaat, het is de tweede keer dat we het woord aantreffen in een krant. De tijd is er blijkbaar rijp voor. Er wordt de laatste tijd immers zoveel op de elite gemopperd. Of dé elite? Er zijn tegenwoordig allerlei elites: de politieke elite, de culturele elite, de economische elite en ongetwijfeld zijn er ook een linkse elite, een PVV-elite en een elite van mensen met een migratieachtergrond (een allochtonenelite zou je kunnen zeggen).
De vorige én eerste keer dat het woord elitehaat in een krant stond, was de dag voor kerst 2016: in een artikel over oudere, werkloze en weinig kansrijke blanke of zo u wilt witte mensen die zich het slachtoffer van de EU, van de globalisering en van de massamigratie voelen, schreef De Limburger: ‘In hun schreeuw om eigenheid raken ze steeds verder verwijderd van politiek en overheid, want dat is de ‘elite’, die hen beroofd heeft van hun identiteit. Geert Wilders heeft die elitehaat snel onderkend.’ (24-12-2016)
Het Nederlands is niet de enige taal waarin een naam is gegeven aan dit actuele fenomeen, ook in het Duits wordt al een jaar of twee in de media gerept van Elitenhass. Blijkbaar weerspiegelt dit begrip onze tijd.
Geef een reactie