Een enkele keer springt het hart van de woordenboekmaker van vreugde op in zijn borst wanneer hij een krantenkop leest met een mooi nieuw woord erin. Vanochtend was dat weer het geval: op pagina 10 kopte de Volkskrant ‘Van papiertekort tot stemsiësta’.
Stemsiësta – een check in het krantencorpus wees uit dat dit inderdaad een nieuw woord is. Maar wat betekent het? Het bijbehorende artikel gaat over het tekort aan stembiljetten in Nijmegen op de verkiezingsdag, maar nergens in het artikel is het woord stemsiësta te bekennen. Zelfs het woord siësta komt in het artikel niet ter sprake.
Wat ging er eigenlijk in de kop van de koppenmaker om toen hij het woord stemsiësta opschreef? Dacht hij dat het woord zonder nadere informatie te interpreteren is?
Op grond van onze kennis van de taal is stemsiësta in principe wel te begrijpen. Gezien andere samenstellingen met siësta die we her en der hebben aangetroffen, zoals leessiësta, lunchsiësta, schrijfsiësta, sekssiësta, slaapsiësta en sluimersiësta ligt het voor de hand om stemsiësta op te vatten als siësta (vrije periode in de middag) die men aanwendt om te gaan stemmen. Omdat er nergens in het Volkskrant-artikel over ’s middag uitgebrachte stemmen wordt gerept, lijkt deze aanname over de betekenis van stemsiësta echter niet op te gaan.
Gezien het tekort aan stembiljetten waarover het artikel gaat, ligt het meer voor de hand stemsiësta op te vatten als naam voor een vrije periode van het stembureau, omdat er tijdelijk geen stembiljetten beschikbaar zijn. Tegen het licht van de andere samenstellingen met siësta is dit echter een onvoorspelbare betekenis en daarom wekt het woord stemsiësta in de Volkskrant eerder verwarring dan dat het iets verheldert.
Geef een reactie