De televisierubriek in Trouw ging gisteren over de typering van Chriet Titulaer bij de De Wereld Draait Door. Volgens sommigen had vooral tafelgast Jelle Brandt Corstius de overleden sterrenkundige en toekomstvoorspeller belachelijk gemaakt door zijn stem te imiteren en een paar zwakke passages uit Titulaers autobiografie voor te lezen. Het was al met al weinig verheffend, vond Trouw: ‘De bekende wetenschapper met halvemaanbaard was in het weekend overleden en verdiende een eerbetoon, geen persiflage.’
Halvemaanbaard is een interessante typering van Titulaers baard. Meestal wordt een baard zoals Chriet Titulaer had een kabouterbaard genoemd (volgens Wikipedia betitelde Titulaer zelf zijn baard ook als zodanig). Of een kabouterplopbaard, naar het personage Kabouter Plop. Andere figuren die met zo’n baard door het al dan niet fictionele leven gaan/gingen, zijn Jerom (in de Suske en Wiske-strip), Professor Barabas, Abraham Lincoln en Paul Kruger. Toen Titulaer nog vaak op tv was, in de jaren tachtig, werd van iemand die net zo’n baard had trouwens wel gezegd dat hij een Chriet Titulaer-baard had (PZC, 1986; NRC, 1996). Een echt eponiem – gespeld met een kleine letter – is chriettitulaerbaard echter nooit geworden.
Halvemaanbaard is een vreemd woord, want bekijk je zo’n baard die van oor tot oor onder de kin door loopt (de Engelsen noemen het een chin strap beard, letterlijk een kinriembaard), dan zijn er maar weinig overeenkomsten met de halve maan die wij hier, in het Avondland, aan de nachthemel zien: een rechtopstaande halve cirkel. Meer overeenkomsten vertoont de kabouterbaard met de islamitische halve maan, dat wil zeggen de maansikkel.
Eerder werd het woord halvemaanbaard slechts een paar keer aangetroffen en – het zal geen toeval zijn – wordt daarmee de baard van de profeet (zonder snor!) aangeduid – tegenwoordig ook wel bekend als de jihadistenbaard. Zo schreef Ahmet Olgun in 2002 in NRC Handelsblad dat zijn ooit moderne vader zijn modieuze snor na een bezoek aan Mekka had ‘vervangen door een halvemaanbaard’ (8 juni 2002). Een jaar later, op 6 december 2013, schreef diezelfde krant over Turkse jongens met ‘een islamitische halve maan-baard’. In een vertaalde roman uit 2012 (Tussen de aanslagen van Aravind Adiga) wordt zo’n zelfde baard trouwens een maansikkelbaard genoemd.
Als wij van de rechtse ‘populistiek’ (Hoi Geenstijl) waren, zouden we het feit dat Trouw de kabouterbaard van Chriet Titulaer een halvemaanbaard noemt nu ongetwijfeld gaan duiden als een bewijs dat de ‘zelfislamisering’ inmiddels zelfs in onze taal heeft toegeslagen. Maar zo zijn wij niet. Wij registreren de woorden halvemaanbaard en maansikkelbaard slechts en doen verder wat de Moedermaagd, Maria herself, volgens Lucas 2: 12 deed bij het horen van ‘al deze woorden: die overwegende in haar hart’.
Vond u dit artikel interessant? Sponsor de Taalbank dan veilig via Ideal of Paypal!
Geef een reactie