kartelfossiel

geplaatst in: Woord van de dag | 1

Herman Tjeenk Willink – de grand old man van de moeilijke formaties – mag sinds het begin van deze week proberen een acceptabel kabinet te boetseren dat Nederland de komende jaren gaat regeren. Niet iedereen is echter blij met zijn aanstelling als informateur. Wilders noemde hem een ‘informateur uit de middeleeuwen’ en Thierry Baudet typeerde Tjeenk Willink als kartelfossiel. Dat schrijft het Noord-Hollands Dagblad deze week.

Kartelfossiel?

Dat woord is eigenlijk alleen maar te snappen als je dat ándere woord kent dat in de mond van Baudet bestorven ligt: partijkartel. Vlak voor de Nederlandse parlementsverkiezingen ging hij dat woord gebruiken ter aanduiding van de informele samenwerking van de politieke partijen die van oudsher betrokken zijn bij het landsbestuur, waardoor zij, ondanks van hun verschillen, in staat zijn belangrijke maatschappelijke functies en posities onderling te verdelen. Het moge duidelijk zijn: ook partijkartel is een kritische term.

Inmiddels heeft Baudet er wel voor gezorgd dat iedereen dat woord kent. Dat biedt hem nu de gelegenheid om erop voort te borduren. Kartelfossiel is daar een mooi voorbeeld van, want hij bedoelt daarmee iemand die eigenlijk in een vroeger tijdperk thuishoort (fossiel), namelijk in de tijd dat het partijkartel nog bestond.

Pech voor Baudet is dat wat hij een partijkartel noemt zijns ondanks nog steeds bestaat. En omdat dat partijkartel nog bestaat, is het niet logisch om een representant daarvan een fossiel te noemen. Als Baudet wat preciezer was geweest, had hij Tjeenk Willink een ‘levend kartelfossiel’ moeten noemen.

Maar goed, kartelfossiel zal wel een doodgeboren woordje zijn, dat evenwel duidelijk maakt dat partijkartel inmiddels wél al zo courant is dat het ook woordenboekwaardig is.