Het is zover: de iftar is een Nederlands fenomeen geworden. Waaruit dat blijkt? Uit het feit dat dit Arabische woord nu een werkwoord heeft gebaard: iftarren. Dat debuteert vandaag in de media in de altijd weer kritische vrijdagse Telegraaf-column van Nausicaa Marbe, die dit keer gehakt maakt van Alexander Pechtold (‘een kronkelende charlatan voorbij zijn politieke houdbaarheidsdatum’) en D66, die zij van een verradersmentaliteit beticht: ‘ze zijn in staat om op dezelfde dag bij salafisten te iftarren én De Balie te sluiten’ omdat in dat debatcentrum weleens islamonwelgevallige meningen zijn gevallen.
Iftarren dus – ik iftar, jij iftart, wij iftarden, jullie hebben geïftard – blijkt op internet trouwens al wel vrij gewoon te zijn. Op GeenStijl bijvoorbeeld blijkt dat werkwoord eerder deze week ook al eens te zijn gevallen in verband met Amsterdamse politieagenten die ’s avonds laat deelnemen aan de iftar.
Deelnemen aan de iftar, dat zal wel zo ongeveer de definitie van iftarren worden als dat (bv. om woordenboekgebruikers informatie te verschaffen over de vervoeging) in Van Dale wordt opgenomen, ofschoon een definitie ‘(in de islam) het vasten breken’ etymologisch en uit het oogpunt van verklaring een prima alternatief is. Iftar is namelijk een Arabisch woord dat letterlijk ‘het breken (beëindigen) van het vasten’ betekent.
Er kan nog slechts een paar dagen geïftard worden, want dit weekend eindigt de ramadan. Dat betekent dat het woord iftar ook weer een klein jaar uit het nieuws verdwijnt. Maar eerst krijgen we nog het Suikerfeest (of moeten we (met de Turken) Beiram zeggen dan wel met de Arabieren Eid-al-fitr?) en wordt de hele vastentijd beëindigd.
Wat Eid-al-Fitr betreft: het element fitr is in wezen hetzelfde Arabische woord als iftar en betekent dus eveneens het vasten breken. Eid of id is Arabisch voor dag en Eid-al-Fitr betekent dus letterlijk dag waarop het vasten gebroken wordt: de dag ná de ramadan.
In tegenstelling tot het werkwoord iftarren hebben we nog geen werkwoord eid-al-fitren aangetroffen. Dat zou ook lastig uit te spreken zijn. Maar we hebben zo’n werkwoord ook helemaal niet nodig: onlangs troffen we namelijk al het werkwoord suikerfeesten aan. Er zal dit weekend heel wat gesuikerfeest worden.
Geef een reactie