Deze week schreven de kranten over een nieuw te bouwen megakerk in het dorp Yerseke. In een tijd waarin kerken nogal eens hun deuren moeten sluiten vanwege gebrek aan belangstelling voor het hogere, wordt in het Zeeuwse dorp een kerk gebouwd voor 2000 reformatorische gelovigen. Een refodome, zo wordt zo’n gigantisch godshuis wel genoemd. Volgens Trouw weerspiegelt de bouw van zulke refodomes in de Bijbelgordel – de grootste (met 2850 zitplaatsen) staat momenteel in Opheusden – ‘de volhardende positie van de bevindelijk gereformeerden in een tijd waarin de rest van de bevolking seculariseert.’
Ongelovigen staan misschien sceptisch tegenover zulke megakerken, maar ook veel gelovigen moeten er niet veel van hebben. Zo publiceerde het Nederlands Dagblad gisteren een vlammend betoog tegen de refodomes, waarin deze godshuizen klonterkerken worden genoemd.
Klonterkerk is een mooi woord dankzij de allitererende k’s van klonteren en kerk, maar het is door de negatieve associatie van klonter en klonteren meteen ook een enigszins vies klinkend woord.
Hoe moeten we het interpreteren? Het woord benoemt in feite een demografische ontwikkeling in de Bijbelgordel. Want klonterkerk verwijst onder meer naar het feit dat strenggelovigen – bijvoorbeeld mensen die lidmaat zijn van de Gereformeerde Gemeente – nogal eens bij elkaar gaan wonen, waardoor ‘reformatorische dorpen’ ontstaan – vaak in een omgeving die juist ontkerkelijkt. Het woord klonterkerk verwijst daarnaast naar het fenomeen dat reformatorische mensen graag bij en met elkaar kerken (samenklonteren) in grote kerkgebouwen. Als gevolg van die concentratie moeten kleinere kerken in omliggende dorpen nogal eens hun deuren sluiten. Dat is de schaduwzijde van het ontstaan van klonterkerken.
Kortom, klonterkerk is een nieuw synoniem van refodome, maar wel een synoniem dat een negatieve bijklank heeft. Heeft het woord toekomst? Misschien: de refodomes vormen weliswaar geen maatschappelijk probleem op de voorpagina’s van de landelijke kranten, maar het woord verdient het wel om vaker aangehaald te worden in de meer gespecialiseerde religieuze pers.
Geef een reactie