Hugh Hefner heeft gisteren het tijdelijke met het eeuwige verwisseld en ongetwijfeld rust hij nu in vrede op zijn roze wolk, omringd door als konijntjes uitgedoste engelen. Maar wat heeft Hefner (1926-1917) de wereld eigenlijk nagelaten?
De Playboy natuurlijk, waarvan in 1953 in Amerika het allereerste nummer verscheen, met foto’s van Marilyn Monroe. Er volgden vele overseas editions, maar van de Arabische editie, waarover Hefner in 1975 nog droomde, is het nooit gekomen. Hoe anders was de geschiedenis verlopen als Hefner er wél in geslaagd was die droom te realiseren en de vaders van de huidige salafisten oog hadden kunnen krijgen voor de schoonheid van de Schoonheid der Schepping, zoals destijds de vrouw nog wel werd omschreven.
Bunny
De belangrijkste talige erfenis van Hugh Hefner is ongetwijfeld bunny girl. Volgens de Britse lexicograaf John Ayto maakte die term in 1960 zijn opwachting in het Engels. Hefner trok de dienstertjes in zijn Playboy Clubs weliswaar konijnenpakjes aan die hun welgevormde achterwerk accentueerden, maar ze kregen ondertussen wel instructies om vooral met hun boezem (diep decolleté verplicht) de bezoekers van zijn clubs te vermaken. Die heren mochten wel geprikkeld worden, maar ook weer niet al te veel.
Bunny girl werd rond 1960 in het Engels verkort tot bunny (een al uit de 17e eeuw daterend woord voor een konijn) en de Dikke Van Dale nam bunny in 1992 op als trefwoord met de omschrijving ‘serveerster in de nachtclubs van ‘Playboy’, naar het logo van het blad (schaars) gekleed als konijn met een staartje en flaporen’.
In de jaren zeventig trof je nog wel eens woorden als bunnymeisje en zelfs konijnenmeisje aan, maar deze samenstellingen zijn nooit gangbaar geworden. Wél min of meer courant zijn inmiddels de samenstellingen bunnypakje (1999) en bunnyoren (1998), zij het pas sinds de millenniumwisseling. Aanbieders van erotische kledij begonnen rond die tijd blijkbaar konijnenpakjes aan te bieden voor huis-tuin-en-keukengebruik.
Behalve heel veel gewone bunny’s had Hefner zelf ook nog de Big Bunny: een zwartgespoten DC9, waarmee hij zich, omringd door zijn konijnenmeisjes, over de wereld verplaatste, altijd op jacht zoek naar nieuwe meisjes die bunny konden worden. Het belangrijkste criterium om bunny te kunnen worden, was overigens dat het meisje de ‘girl next door’ moest kunnen zijn, letterlijk het buurmeisje, maar figuurlijk het ‘meisje dat zich in niets onderscheidt van een doorsneemeisje en met wie vertrouwelijke omgang mogelijk is’ (Dikke Van Dale).
Mannenblad
Voordat de Playboy op de Nederlandse markt verscheen heetten erotisch getinte tijdschriften op z’n best gewaagde bladen, maar meestal werden ze onomwonden vieze boekjes, porno- of seksbladen genoemd. Dankzij Playboy kreeg mannenblad, dat tot pakweg 1965 meestal figureerde in brave titels als Gereformeerd mannenblad, er de huidige pregnante erotische betekenis bij: blad met blootfoto’s.
Centerfold
Dat is een lastige. Het woord bestond natuurlijk al als een grafische term, maar de vroegste schriftelijke vindplaatsen in Nederlandse bronnen (destijds nog in de Engelse spelling centrefold) wijzen niet onomstotelijk op een verband met Hefners blad Playboy.
Voor de interviews
De Nederlandse editie van Playboy heeft er, ten slotte, ook voor gezorgd dat de woordcombinatie voor de interviews niet alleen een ingeburgerd excuus werd om zo’n mannenblad te kopen of te lezen, maar ook een staande uitdrukking, die nogal eens ironisch wordt gebruikt. Zo heeft schrijver dezes welgeteld één Playboy in huis: die van december 1987. Niet vanwege de blootfoto’s van Tatjana Simic, maar voor het interview. Met de dichter Lucebert.
Nota bene: De Playboy wordt natuurlijk óók in De taal der liefde genoemd, het nieuwe literair-erotische woordenboek, dat op 7 oktober verschijnt bij Van Dale maar dat nu al voor het luttele bedrag van € 17,50 te bestellen is.
Geef een reactie