Vandaag strijden twee interessante nieuwe woorden in De Telegraaf om uw aandacht: het zelfstandig naamwoord moslim only-vakantie en het werkwoord boerenwakeboarden.
De moslim only-vakantie (of moeten we naar analogie van read-only memory misschien moslim-onlyvakantie spellen?) is een vakantie naar een zogeheten moslim only-resort, aldus De Telegraaf (naar analogie van read-only én toeristenresort zouden wij liever moslim-onlyresort spellen): een halalhotel oftewel een resort speciaal voor halaltoeristen (moslimtoeristen die hun vakantie in een halalle* omgeving willen doorbrengen).
De samenstellingen moslim-onlyvakantie en moslim-onlyresort zijn gevormd naar analogie van samenstellingen als gay-onlyresort, adults-onlyvakantie en members-onlyresort, die in feite heel goed vertaald zouden kunnen worden als volwassenentoeristenverblijf, gayverblijfscomplex of – als we het woord resort erin willen houden – ledenresort. Dan omzeilen we meteen ook de spellingsonduidelijkheid rond de samenstellingen met …-only…
Ach, dat Engels…, vroeger piekerden we er niet over om naar een volwassenen– of gay–onlybestemming te gaan. Toen gingen we nog met z’n allen, heel inclusief, naar Zandvoort, al aan de zee. Maar goed: blijkbaar is de toerisme-industrie nu zo internationaal en aan het Engels verknocht, dat we blijkbaar maar aan die …onlyvakanties moeten wennen. Een woordenboekmakers-onlyvakantie? Wij moeten er niet aan denken!
Daarom denken we maar liever even aan het boerenwakeboarden. Die ‘plattelandse watersport’, aldus De Telegraaf, is een vondst van een kitesurfer: ‘Een windstille dag bracht hem op het idee om een touw aan zijn auto te knopen en zich over een sloot te laten voorttrekken; het boerenwakeboarden was geboren.’ Je kunt het maar op een paar plekken doen: ‘Een jaar werd er gezocht naar de ideale plek om te kunnen slootsurfen. Voorwaarde is namelijk dat er langs de sloot geen verkeersborden en bomen staan, het een zogenoemd ’hoge sloot’ is, en dat er nauwelijks verkeer is op de weg langs het water.’ Helemaal legaal is dat slootsurfen (ook dat woord debuteert vandaag) niet, maar vooralsnog wordt het door de politie gedoogd.
Boerenwakeboarden lijkt als woord niet toevallig op boerengolf (kunt u opzoeken in de Dikke Van Dale), boerenvolleybal, boerenrugby (rugby tussen de hooibalen) en boerenhockey (hockey met in plaats van een stick een stok met een klomp eraan). Het voorvoegsel boeren geeft namelijk niet alleen aan dat de door het tweede woorddeel genoemde sport een plattelandsvariant is, maar ook dat er veel improvisatie aan ten grondslag ligt. Boerenwakeboarden bewijst dat het voorvoegsel boeren productief is en ongetwijfeld komen er in de toekomst nog nieuwe dorpse en vooral laagdrempelige sportvariëteiten bij. Wij hebben al wel een paar ideeën: boerencricket, boerencroquet en boerensoftbal.
Hoewel boerenwakeboarden vandaag zijn mediadebuut maakt, blijkt het fenomeen al veel ouder. Kijk maar naar dit filmpje:
* Verbuiging van halal. De Dikke Van Dale beschrijft halal en de tegenhanger haram als bijvoeglijke naamwoorden. Dat suggereert dat ze predicatief én attributief kunnen worden gebruikt. In de kranten van de afgelopen 25 jaar vind je geen voorbeelden van dit attributieve gebruik, maar op Twitter wel en ook elders op internet zijn er voorbeelden van te vinden. Zo heeft Hassnae Bouazza het in Arabieren kijken (2013) over ‘haramme traktaties” en op internet vraagt iemand op een forum of er ‘halalle alternatieven’ zijn voor salami.
Teun Vogel
Ha! Dank voor dit mooie nieuws. Dat doet me goed. Inderdaad, uit dat oude filmpje blijkt dat het woord al bestond, maar nu moet ik wel zeggen dat ik dat zelf ben in dat filmpje.. Ik ben inmiddels 5 jaar ouder, maar het gaat nog steeds goed met het boerenwakeboarden..