De kranten staan dezer dagen vol over de cryptokoorts die hele volksstammen in zijn greep heeft: de overdreven neiging onder grote groepen mensen om te beleggen in cryptomunten, zoals bitcoins. Cryptomanie, zo wordt die cryptokoorts ook wel genoemd, een woord dat herinnert aan de historische term tulpomanie: gekte die in de zeventiende eeuw grote aantallen Nederlanders uit alle lagen van de bevolking ertoe aanzette om ongeremd te speculeren in de tulpenhandel, waardoor uiteindelijk veel mensen al hun geld verloren.
Bitcoin is een soortnaam geworden voor zo ongeveer álle cryptomunten die er bestaan, maar in feite is het slechts een van de vele cryptovaluta’s. Zo kun je in Nederland tegenwoordig her en der ook weer met guldens betalen. Niet de guldens zoals we die vroeger kenden, maar cryptomunten, waarvan de waarde as we speak onder 10 eurocent ligt (maar wie weet…).
Naast cryptomunt en bitcoin is er nóg een soortnaam voor de digitale munten: altcoin. Net als bitcoin is altcoin een leenwoord uit het Engels, waarin het woord is samengesteld van alt (alternative) en coin (munt). Omdat er inmiddels miljarden omgaan in de cryptovaluta’s is de altcoin in feite al niet meer zo alternatief. Misschien wel daarom is het woord vooralsnog niet courant geworden in onze taal.
Geef een reactie