Afgaande op de column van Nausicaa Marbe in De Telegraaf van vandaag zouden we deze vrijdag moeten uitroepen tot de dag van de retoriek. Maar liefst drie samenstellingen met retoriek figureren in haar artikel: hetzeretoriek, conflictretoriek en paniekretoriek. De laatste kenden we al, maar hetze– en conflictretoriek zijn nieuw.
De column gaat over de erkenning van Jeruzalem als de hoofdstad van Israël en vooral over de wraakactie van een islamitisch dwaallicht dat gisteren luid allahu akbar roepend de ramen van een joods restaurant in Amsterdam insloeg en aldus een antisemitische terreuraanslag pleegde.
De gebeurtenis is aanleiding voor Marbe om de cultuur waaruit dit voorkomt te bekritiseren:
‘Loop maar een middelbare school met een meerderheid aan islamitische leerlingen binnen en noem Israël. Gerede kans dat direct de hetze-retoriek van Hezbollah-employé Abou Jahjah over de ’zionistische entiteit’ weerklinkt, gelardeerd met horrorsprookjes over Joden die ’een holocaust’ op Arabieren plegen. Tien tegen één dat de jonge haatspuiers de regio waar ze over bazelen niet op de kaart kunnen aanwijzen. Hier faalt het onderwijs en de samenleving. Haatpreken via de schotelantennes doen hun werk. Door die import van conflictretoriek en antisemitisme zien deze opgefokte halfwassenen zichzelf als Palestijnen, wánt ze zijn ook slachtoffer – van Nederland.’
Vooral het woord hetzeretoriek is fraai gevonden. Het betekent niets anders dan ophitsende retoriek, maar het is fijn dat onze woordvoorraad nu ook over dit woord beschikt. Hitsretoriek zou trouwens ook een optie zijn geweest.
Gezien de polarisatie in politiek en samenleving is het niet uitgesloten dat hetzeretoriek (of een vergelijkbaar woord) in de toekomst vaker aangetroffen zal worden.
Geef een reactie