De Telegraaf schrijft vandaag over strooitegels, ‘slimme’ tegels die op treinstations worden gelegd om informatie te verschaffen over ‘wanneer en hoeveel er gestrooid moet worden om perrons sneeuw- en ijsvrij te houden’.
Slim betekent dat de tegels uitgerust zijn met sensoren en/of chips die data doorgeven aan een computer. Daar is energie voor nodig. Die halen de sensoren of chips niet uit een voeding (een batterij of het lichtnet), maar uit ongebruikte energie uit de wifi-, gsm- en 4G-netwerken. Dat is innovatief.
Op basis van de data die de sensoren in de tegels verzamelen, kan precies bepaald worden waar wanneer gestrooid moet worden en hoeveel strooizout er nodig is. Zo kan niet alleen op zout worden bespaard, maar is er ook sprake van milieuwinst, omdat de verwachting is dat er minder vaak hoeft te worden gestrooid.
In feite zijn de strooitegels taalkundig gezien ‘strooisensortegels’, dus tegels die met strooisensoren zijn uitgevoerd. Ongetwijfeld kunnen zulke strooisensoren (op termijn) ook in andere materialen worden toegepast, waardoor wellicht ook samenstellingen als strooiasfalt en strooibeton in het verschiet liggen. Het is natuurlijk ook denkbaar dat het woord strooitegel weer snel verdwijnt en we uiteindelijk alleen het woord strooisensor overhouden.
Geef een reactie