Met ingang van 1 januari moeten eigenaren van bijtgrage honden – bijthonden in het jargon van hondenkenners, maar ze worden ook wel bijtgevaarlijke honden genoemd – verplicht op gedragscursus. ‘Hoog-risicocursus’ noemt Trouw vandaag zo’n cursus, waarmee we de opmaat tot het eerste Woord van de Dag te pakken hebben: hoogrisicohond.
Maar eerst even over hoogrisicocursus (het streepje dat Trouw in dit woord schrijft, is overbodig). Dat woord is gevormd naar analogie van hoogrisicohond. Trouw zelf heeft het over ‘hoog-risico honden’, maar die spelling is incorrect: hoogrisicohond is geen woordgroep, maar een drieledige samenstelling van het type laagwaterstand, hoogdraadnummer (circusnummer op een hoog gespannen draad), en – wat bekender – hoogrendementsketel. Zulke samenstellingen schrijven we in principe aaneen en zonder koppeltekens.
Hoe moeten we hoogrisicocursus interpreteren? Niet als een cursus om met hoge risico’s om te gaan, maar als een verkorting van hoogrisicohondencursus, dat wil zeggen een cursus voor hoogrisicohonden.
Zo zijn we weer bij de hoogrisicohond beland. Dat woord maakte vorig jaar zijn debuut in de media en heeft inmiddels bewezen te zullen beklijven. Begin vorig jaar liet staatssecretaris Van Dam in reactie op een aantal ‘bijtincidenten’ een lijst opstellen van circa veertig honden die relatief vaak kinderen, katten of andere dieren aanvallen en (dood)bijten, vaak omdat hun baasje die honden niet de baas is. Hij noemde die hondenrassen – van pitbull tot staffordshireterriër – hoogrisicohonden. De gedragscursussen voor deze HR-honden (zoals ambtenaren de honden noemen) zijn – zoals gezegd – bedoeld voor bijt- en vechthonden, maar misschien nog wel meer voor hun baasjes, die we in sommige gevallen ook wel hoogrisicobaasjes zouden mogen noemen, omdat zij hun hond niet onder appel hebben.
Maar komen die cursussen er eigenlijk wel? Trouw: ‘Voorlopig is het project nog niet van de grond gekomen, wanneer de cursussen zouden moeten starten is onbekend.’ Dat belooft niet veel goeds. Sterker nog: dat betekent dat veel hoogrisicohonden de komende tijd niet zullen worden omgeschoold tot beperktrisicohonden of – nog mooier – tot laagrisicoblaffers.