De ‘ultieme groenlinksige bubbeltelevisie’. Zou dat een geschikte typering zijn voor de Tegenlicht-aflevering van afgelopen zondagavond, vraagt NRC Next zich vandaag af. De titel van Tegenlicht luidde ‘Worsteling van de groenmens’ en het programma ging over ‘klimaatapathie’ en ‘ecodilemma’s’, die soms leiden tot ‘ecorexia’.
Ecorexia kenden we al. Dat woord maakte zijn mediadebuut in januari 2016 en is langzamerhand wel rijp voor vermelding in het woordenboek. Klimaatapathie is een gelegenheidswoord dat sinds 2014 geregeld opduikt in de media en groenmens is nóg ouder: al sinds 2006 wordt de ecologisch verantwoorde medemens soms enigszins schertsend groenmens genoemd. Het woord past in het relatief jonge rijtje samenstellingen met mens, waarin het eerste lid een adjectief is dat een ideologie aanduidt en waartoe bijvoorbeeld linkmens, rechtsmens en ook goedmens (iemand met politiek correcte opvattingen) behoren.
Laten we het dus maar hebben over bubbeltelevisie, want dat is wel een debuutwoord. Hoewel? Deze taalvorm werd op 3 maart 2007 in de Belgische krant De Standaard al eens gebruikt om een ‘weersbestendige televisie’ voor naast het bubbelbad te typeren. Maar dat is wat anders.
NRC stelde het woord bubbeltelevisie samen op basis van bubbel in de betekenis ‘leefwereld, levenssfeer waarin mensen die niet tot de eigen kring behoren, niet of nauwelijks kunnen doordringen’ (Dikke Van Dale). In die betekenis tref je bubbel onder meer aan in de uitdrukking in een bubbel leven.
Bubbeltelevisie zou je kunnen definiëren als doelgroepgerichte televisie die de kijker bevestigt in zijn opvattingen over de wereld. Wie bubbel-tv kijkt, wordt dus niet geconfronteerd met meningen van andersdenkenden en niet geprikkeld om het eigen wereldbeeld te toetsen (en bij te stellen). Veel wijzer word je er waarschijnlijk niet van.
Zijn er meer van dit soort samenstellingen met bubbel? Een paar. Op 1 februari 2017 werd De Groene Amsterdammer op Twitter een bubbelblad genoemd, op 1 maart 2017 noemde een twitteraar De Volkskrant een ‘Volkomen Stuurloze Bubbelkrant’. Ook bubbelsite en bubbelmedia hebben we al eens op Twitter aangetroffen, maar courant zijn die woorden (nog) niet. Dat geldt ook voor bubbeljournalistiek, dat vorig jaar en eerder deze maand een paar keer op Twitter figureerde.
Hoewel bubbel nog niet een heel productief eerste deel van nieuwe samenstellingen is, moeten we dit woord wel in de gaten houden: de bubbel kan zomaar barsten.
Definitie
bubbeltelevisie (v, g.mv.) doelgroepgerichte televisie die de kijker bevestigt in zijn opvattingen over de wereld
Geef een reactie