Het Parool gaf gisteren tips over hoe je ‘pareltjes’ kunt vinden op de ‘koningsvrijmarkt’.
Koningsvrijmarkt, het is niet voor het eerst dat dit woord in de krant staat – koningsvrijmarkt maakte zijn mediadebuut in augustus 2016 in het Dagblad van het Noorden – maar echt courant is het bepaald nog niet. Toch wordt in elke stad, ieder dorp, elk gehucht sinds jaar en dag op de verjaardag van ‘s lands vorst(in) wel een vrijmarkt gehouden. Meestal heten zulke markten niet koninginnevrijmarkt of koningsvrijmarkt, maar oranjevrijmarkt of – nog vaker – kortweg vrijmarkt.
Een vrijmarkt is een markt waarop iedereen zijn waar zonder vergunning mag verkopen. Omdat verkooplustige burgers hun handel vaak op straat uitstallen, heet zo’n vrijmarkt ook wel een straatmarkt. Omdat de koopwaar vaak op kleedjes ligt, wordt zo’n markt ook wel een kleedjesmarkt genoemd. Maar straatmarkten en kleedjesmarkten worden ook wel op andere gelegenheden dan Koningsdag of Koninginnedag gehouden. Deze woorden zijn dan ook geen volwaardige synoniemen van oranjevrijmarkt.
In koningsvrijmarkt noemt het eerste woorddeel niet de locatie, maar de gelegenheid ter ere waarvan de vrijmarkt wordt gehouden: Koningsdag. In zekere zin is koningsvrijmarkt dan ook geen samenstelling van koning en vrijmarkt, maar van Koningsdag en vrijmarkt. Omdat koningsdagvrijmarkt wel een hele mond vol zou zijn, wordt Koningsdag in samenstellingen vaak verkort tot koning, met als resultaat koningsvrijmarkt of – nog korter – koningsmarkt.
Definitie
koningsvrijmarkt (de, -en) vrijmarkt gehouden op Koningsdag, synoniem koningsmarkt, oranjevrijmarkt
Geef een reactie