In de Woordenlijst staat wel het woord vrijesectorwoning, maar niet het woord socialehuurwoning. Hoe komt dat?
Het simpele antwoord is: socialehuurwoning is geen woord. In plaats daarvan gebruiken we de woordgroep sociale huurwoning. Als sociale huurwoning niettemin als één woord gespeld wordt – wat geregeld gebeurt – is dat een (overigens niet geheel onbegrijpelijke) spelfout.
Waarom is vrijesectorwoning wel een woord, maar socialehuurwoning niet?
Sociale huurwoning zou je kunnen parafraseren als een woning met een sociale huur. Maar wat is een sociale huur? De huur zelf is niet sociaal, maar relatief laag. Die lage huur komt voort uit de gedachte dat een relatief lage huur ervoor zorgt dat iedereen een fatsoenlijk dak boven z’n hoofd kan hebben. Niet de huur is dus sociaal, de achterliggende gedachte is sociaal.
Hypallage
In sociale huur hebben we te maken met een hypallage (of enallage). Hypallage is een vorm van metonymie. Je treft deze stijlfiguur vaak in de literatuur aan: ‘de groene geur van het gras’ (de achterliggende gedachte is: de geur van het groene gras), ‘zijn biddende vingers’ (de vingers van wie bidt), ‘dronken nachten’ (nachten waarin iemand dronken is). Maar ook heel wat staande uitdrukkingen in het Nederlands zijn in feite hypallages:
een lopend buffet (waarbij de gasten lopen)
een staande ovatie (waarbij de klappers staan)
een zittend leven (waarbij de persoon die leeft veel zit)
vallende ziekte (waarbij de patiënt vaak valt)
benauwd weer (waar je het benauwd van krijgt)
Lagehuurwoning
Sociale huurwoning is een woordgroep, omdat de woordcombinatie een hypallage is. Het (weinig frequente) synoniem lagehuurwoning is daarentegen geen hypallage: omdat lage op huur slaat (en niet op huurwoning), moet lagehuurwoning daarom wél als een woord worden gespeld.
Geef een reactie