De ‘Brief van de dag’ in De Telegraaf begint vandaag als volgt:
Er zou een verbijsterend gebrek zijn aan kennis bij anti-vaxxers, mensen die er voor kiezen hun kinderen niet te laten vaccineren. Dat durf ik stellig te weerleggen.
De schrijver van de ingezonden brief reageert op een bericht dat afgelopen zaterdag in de krant stond. Daaruit blijkt dat microbioloog Roel Coutinho zich al jaren kwaad maakt over
de ‘aanwijsbaar onjuiste informatie over vaccinaties’ die wordt rondgepompt door anti-vaxxers, die de wijsheid in pacht zeggen te hebben maar intussen de samenleving met grote risico’s voor de volksgezondheid opzadelen.
Met de ‘anti-vaxxers’ van De Telegraaf worden in feite antivaxers bedoeld (die schrijfwijze leggen we dadelijk uit), dat wil zeggen, mensen die om principiële redenen hun kroost niet volgens het Rijksvaccinatieprogramma laten inenten of die bijvoorbeeld een HPV-vaccinatie weigeren. Het woord is niet helemaal nieuw, maar sinds een paar dagen wel in de mode. Zo schreef Jerry Goossens vorige week in zijn column in het Algemeen Dagblad nog:
Er hoeven onder het oog van de camera maar een paar kindjes op gruwelijke wijze aan te sterven, of al die anti-vaxers gaan op een drafje naar de dichtstbijzijnde vaccinatiepost om niet één, maar voor de zekerheid twee spuiten in de macrobiotische bibs te laten zetten. (27-6-2018)
De term antivaxer hebben we sinds 2014 sporadisch aangetroffen in het Nederlands, maar wel in de meest uiteenlopende spellingen, zoals anti-vaxxer en anti-vaxer, al dan niet met streepje, maar op internet troffen we bijvoorbeeld ook antivaccer en antivakser aan.
Ook in het Engels is er blijkbaar onduidelijkheid over de spelling, al komt anti-vaxxer daar vaker voor dan anti-vaxer. In het Angelsaksische taalgebied worden die woorden trouwens ook vaak gebruikt ter aanduiding van een aanhanger van de antivacccinatiebeweging, ongeacht of hij of zij ingeënt is of niet. Die beweging is in Engeland al ontstaan toen er een vaccin tegen de koepokken was ontwikkeld, zo rond 1870 (toen de vaccinatie in Engeland verplicht werd voor arme mensen). Ter vergelijking: in Nederland werd de Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken (NVKP) pas in 1994 opgericht.
Hoewel antivaxer gezien de spelling met x overduidelijk is overgenomen uit het Engels, is het raadzaam de schrijfwijze ervan in overeenstemming te brengen met Nederlandse spellingregels en vergelijkbare woorden met anti-. Woorden met twee x’en achter elkaar kennen we niet in het Nederlands (behalve XXL-truck), voor de uitspraak (korte a in vax) zijn twee x’en net zo min nodig als in faxen en na het voorvoegsel anti– hoeft in het Nederlands geen koppelteken. Zo komen we vanzelf uit bij de spelling antivaxer.
In het Engels zijn er inmiddels ook vaxers (voorstanders van vaccinatie). Die vorm is in het Nederlands echter nog niet aangetroffen. Het antoniem van antivaxer is in onze taal vooralsnog proprikker. Ook dat woord, dat gevormd is met het voorvoegsel pro-, behoeft geen koppelteken.
Definitie
antivaxer (m, -s) principieel tegenstander van het vaccineren van kinderen volgens het Rijksvaccinatieprogramma of van bepaalde vaccins, zoals het HPV-vaccin, ontleend aan Amerikaans-Engels anti-vax(x)er, waarin vax(x) een slang-woord is voor vaccines (vaccins) en vaccinations (vaccinaties)
Frank
Over proprikker: moet daar niet om de leesbaarheid een streepje in? Ik moest namelijk drie keer lezen voordat ik doorhad dat er geen prop-rikker stond.