‘Er is niets mis met veelvrienderij’, kopt het Nederlands Dagblad vanmorgen. Ook in De Volkskrant van vandaag is dit neologisme te vinden. In een interview met hoogleraar communicatie en technologie Marjolijn Antheunis benadrukt zij de gunstige effecten van sociale netwerken en sociale media op het individu:
Antheunis (40) behoort niet tot de somberaars die menen dat ons sociale leven onder invloed van sociale media verschraalt. Evenmin deelt zij de opvatting die al door Aristoteles werd vertolkt dat ‘veelvrienderij’ ten koste gaat van de échte vriendschappen.
Het is niet niks om het tegen Aristoteles op te nemen, die in boek 8 -10 van zijn Ethica Nicomachea zeer uitvoerig het fenomeen vriendschap analyseert. Aristoteles maakt onderscheid tussen drie soorten vriendschap: wederkerige vriendschap tussen twee deugdzame mensen die alleen maar uit zijn op het goede voor elkaar (ware vriendschap), vriendschap die plezier oplevert (pleziervriendschap) en vriendschap die een zeker voordeel oplevert (profijt- of voordeelvriendschap).
De hoogste vorm van vriendschap is bij Aristoteles de ware vriendschap, omdat deze vriendschap tussen twee mensen die elk een uitmuntend karakter hebben ook plezier en voordeel oplevert. Aristoteles gelooft niet zo in polyphilia, blijkt voorts uit de Ethica Nicomachea, waarin hij zegt dat de persoon die veel vrienden heeft met wie hij allemaal vertrouwelijk omgaat, in feite niemands vriend is. Deze uitspraak van Aristoteles wordt weleens beschouwd als de bron van het oude spreekwoord allemansvriend is niemands vriend.
Veelvrienderij oogt als een vertaling van het Griekse woord polyphilia. Duidelijk is ook dat het is gevormd naar analogie van de ingeburgerde woorden veelgoderij (polytheïsme), veelwijverij (polygamie) en veelmannerij (polyandrie). We troffen het althans een paar jaar geleden voor het eerst aan in het essay Over de vriend (2011) van Piet Joostens, die vrij uitvoerig de opvattingen over vriendschap bij de klassieke en latere schrijvers en filosofen beschrijft.
Veelvrienderij figureerde één keer eerder in de krant. In een interview met een filosoof in Het Parool stond op 22 november 2014:
Aristoteles waarschuwde al voor polifilia, veelvrienderij.
Polifilia? Dat klinkt als een enge ziekte.
Volgens hem is het ook een soort ziekte. Van Aristoteles gaat het verhaal dat hij een keer midden tussen allemaal mensen zat en uitriep: ‘O, mijn vrienden! Ik heb geen vrienden.’ Daar bedoelde hij mee dat als je je te veel bekommert om de kwantiteit dat ten koste gaat van de kwaliteit. Ik denk dat wij momenteel wel in een maatschappij leven waarin we snel lijden aan polifilia.
De spelling polifilia, die Het Parool hanteert, zal wel een vergissing zijn, maar ook in de genormaliseerde vernederlandste spelling polyfilie is de Griekse term polyphilia niet gangbaar.
Hoewel veelvrienderij evenmin een courant woord is, is het in elk geval wel een welgevormd woord, dat bovendien – met het oog op de invloed van Facebook, Instagram en dergelijke sociale netwerken, waarop gebruikers soms wel honderden of duizenden (profijt)vrienden hebben – heel goed past bij de tijdgeest. Wie weet zal het daarom vaker worden gebruikt en uiteindelijk ingeburgerd raken.
Definitie
veelvrienderij (de, g.mv.) het hebben van veel vrienden, synoniem polyfilie, vertaling van Grieks polyphilia
Geef een reactie