Kredietplafond, schuldenplafond en salarisplafond zijn al jaren bekend, net als emissieplafond en prijsplafond. In lijn daarmee figureert plafond vandaag in een toch enigszins opmerkelijke nieuwe samenstelling: gezondheidsplafond. De Volkskrant schrijft:
Hoogopgeleiden profiteren meer van preventie dan laagopgeleiden. Neem bijvoorbeeld roken: als samenleving zijn we minder gaan roken. Maar, bij de hoogopgeleiden is er een afname te zien van 17 procent, bij de lageropgeleiden is dit 11 procent. Terwijl de hoogopgeleiden praktisch gezien aan hun gezondheidsplafond zitten, spelen bij laagopgeleiden allerlei andere ongezonde omgevingsfactoren mee op de achtergrond. Bijvoorbeeld voortdurende stress als gevolg van schulden of angst vanwege aanhoudend huiselijk geweld.
Net als in bijvoorbeeld kredietplafond betekent plafond in gezondheidsplafond het hoogst haalbare niveau, de limiet, het optimum. Met iemands gezondheidsplafond wordt iemands maximaal haalbare, dat wil zeggen optimale gezondsheidstoestand bedoeld. In geleerde termen: iemands maximale salubriteit. Wie eenmaal zijn gezondheidsplafond heeft gehaald, is dus optimaal fit en voor hem of haar is geen betere conditie haalbaar.
Gezondheidsplafond onderscheidt zich van woorden als kredietplafond, salarisplafond en schuldenplafond, doordat gezondheid op het eerste gezicht geen economische factor is, zoals krediet, salaris en schuld dat wel zijn. Dat is echter maar schijn, want juist het woord gezondheidsplafond, dat je automatisch associeert met zakelijke ‘waarden’ als krediet, salaris en schuld, maakt duidelijk dat ook onze gezondheid wordt verzakelijkt, geëconomiseerd.
Dat mensen door de overheid, door verzekeraars, door arbodiensten gemotiveerd worden hun leven zo verantwoordelijk in te richten dat ze hun gezondheidsplafond benaderen, is niet primair bedoeld om het welzijn van mensen te verhogen, maar om de maatschappelijke kosten van ongezondheid en van ziekte te minimaliseren.
Daar kleven natuurlijk ook (ethische) risico’s aan, al was het maar omdat gezondheid iets heel persoonlijks en subjectiefs is; mensen met een sterke constitutie die relatief ongezond leven kunnen bij wijze van spreken gezonder zijn (of zich gezonder voelen) dan mensen met een zwakke constitutie die juist heel gezond proberen te leven. Het woord gezondheidsplafond heeft idealiter betrekking op iemands hoogstpersoonlijke gezondheid, maar te vrezen valt dat het woord bij verzekeraars en overheden eerder slaat op de gemiddelde optimale gezondheid van de leden van een groep.
Weerspiegelt het woord gezondheidsplafond misschien ook een trend? De trend bijvoorbeeld dat zaken die je op het eerste gezicht niet met economie associeert toch als economische factoren worden voorgesteld door er plafonds aan te koppelen? Nog niet heel overtuigend, maar er lijkt wel een begin van een trend te zijn, aangezien we ook al de woorden geluksplafond en welzijnsplafond hebben gesignaleerd.
Definitie
gezondheidsplafond (het, -s) de (gemiddelde) optimale gezondsheidstoestand van een individu of groep
Geef een reactie