winterpenis

geplaatst in: Geen categorie | 0

Omdat we er vanochtend geen geschikte of althans decente afbeelding voor konden vinden, kunnen we winterpenis niet als Woord van de Dag behandelen, maar omdat het woord in alle vroegte al wel door twee mensen als zodanig werd geopperd, kunnen we er eigenlijk niet omheen het in elk geval te beschrijven.

Winterpenis dus.

Voor we beginnen eerst een waarschuwing: het woord zal in dit stukje menigmaal worden gebezigd en de winterpenis kan u wellicht wat rauw op het dak vallen aan de ontbijttafel op maandagochtend. Mijn welgemeende excuses daarvoor,

schrijft Marcel Peereboom Voller vandaag in zijn column in De Telegraaf. Maar wat wordt er eigenlijk mee bedoeld, met dat woord winterpenis. De Telegraaf-columnist schrijft:

Een Britse seksuoloog heeft vastgesteld dat de lengte van het mannelijk geslachtsdeel met koud weer tot maar liefst vijftig procent kan afnemen. De omtrek kan met zo’n twintig tot dertig procent krimpen. Daarnaast erecteren winterpenissen minder fier.

Het zal allemaal wel, maar het bericht in De Telegraaf herinnerde ons óók aan een flauw en misschien wat ongemakkelijk woordgrapje dat we héél lang geleden eens hebben gehoord en waarin het onderhavige woord dienstdeed als variant van winterpeen. Zo, nu weet u meteen hoe argeloos onze associaties zijn en hoe onschuldig ons referentiekader is en kunnen we veilig alsnog een volstrekt prozaïsche definitie van het woord geven.

Definitie

winterpenis (de, -sen) penis waarvan de lengte en omvang afnemen onder invloed van koude (bv. in de winter)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *