In de column van Christiaan Weijts in NRC Handelsblad maakt vandaag de 2-in-1-leraar zijn debuut. De leraar van de toekomst die – al dan niet bevoegd in één of meer vakken – multi-inzetbaar moet zijn op de basis- én de middelbare school:
De 2-in-1-leraar van de toekomst is een generalist. Wát hij precies doceert doet er net iets minder toe; de hoofdzaak is dat hij pedagogisch bezig is.
Weijts betoogt dat met zo’n leraar een verkeerd signaal wordt afgegeven naar de leerlingen:
Leerlingen sterk je daarmee in hun toch al groeiende overtuiging dat expertise en kennis niet zo intens boeiend zijn.
Het woord 2-in-1-leraar is gemodelleerd naar andere samenstellingen met 2-in-1, zoals 2-1-product, dat ook wel wordt gespeld als twee-in-éénproduct. Zulke samenstellingen zijn gevormd met de woordgroep twee in één ter aanduiding van een combinatie van twee zaken (of stoffen). Samenstellingen met die woordgroep betekenen dat het tweede woorddeel (product, leraar) twee zaken tegelijkertijd doet. Meestal zijn die samenstellingen marketingtermen en dienen ze als aanprijzing.
Dubbeldoelleraar
De 2-in-1-leraar lijkt qua functie een beetje op de dubbeldoelkip en de dubbeldoelkoe: de kip die zowel voor haar eieren als haar vlees respectievelijk de koe die zowel voor haar melk als haar vlees wordt gehouden. Begrijpelijkerwijs heeft de columnist die agrarische vergelijking niet willen maken en daarom in plaats van het woord dubbeldoelleraar de samenstelling 2-in-1-leraar bedacht ter aanduiding van de docent die is opgeleid om zowel op de basisschool als de middelbare school te kunnen lesgeven. Anders dan 2-in-1-product is 2-in-1-leraar echter geen aanprijzing. Het woord is dan ook sarcastisch of wellicht zelfs cynisch bedoeld.
Definitie
2-in-1-leraar (de, 2-in-1-leraren) (ongunstig) docent met een algemene vorming die opgeleid is om zowel op de basisschool als op de middelbare school te kunnen lesgeven
Geef een reactie