Onder de kop ´Van koloniale vitrine tot sorrymuseum´ schrijft de Belgische krant De Standaard vandaag over de ongemakkelijke achtergrond van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren, dat ´een schrijn voor het kolonialisme’ van Leopold II is, ‘waar de boodschap op de muren prijkt dat kolonisatie een missie was van hoge beschaving’ en ‘licht bracht waar vroeger duisternis heerste’.
Toen de huidige directeur Guido Gryseels aantrad, was het museum:
… het laatste koloniale museum ter wereld, terwijl buiten de tijdgeest kantelde en de gevoeligheid voor onrecht uit het verleden, discriminatie en racisme toenam.
Dat moest anders:
We wilden een museum worden over hedendaags Afrika, met een kritische blik op het koloniale verleden.
Maar hoe moest dat worden aangepakt?
De militaire onderdrukking en het racisme van het kolonialisme zijn ethisch niet verdedigbaar. Maar het museum wil niet zelf de waarheid in pacht hebben. Het reikt info en educatie aan, en presenteert zichzelf als forum voor debat.
Verontschuldigingen waren vereist, maar zal dat genoeg zijn?
Kan het AfricaMuseum ver genoeg gaan, nu duidelijk wordt dat het sorrymoment voorbij is en dat verklarende zaalbordjes niet volstaan?
Deze passage is de aanleiding voor het creëren van de gelegenheidssamenstelling sorrymuseum in de kop van het artikel: een museum waar de tentoongestelde voorwerpen begeleid worden door teksten waaruit blijkt dat de collectie is verzameld in de koloniale tijd waarin – vanuit hedendaags perspectief – de autochtone bevolking onrecht is aangedaan, onder meer door kunstschatten uit het gekoloniseerde naar het koloniserende land voor wat spiegeltjes en kralen van de autochtone bevolking te kopen of simpelweg in te pikken en naar het koloniale vaderland te verplaatsen,
Sorrymuseum is op het eerste gezicht een spiksplinternieuwe gelegenheidssamenstelling, maar bij nader inzien is het niet de allereerste keer dat we het woord aantreffen in de media. Een paar jaar geleden stond in de Gooi- en Eemlander:
Ton Paauw droomt in Bilthoven van een ‘sorrymuseum’. ‘Elk land heeft zijn eigen excuuscultuur. Wij ook. Ik stel me verschillende zalen voor. Een zaal waar een wassen beeld van Bernhard bezig is met een minnares. Zo van, sorry Juliana. Een Rijkman Groenink-zaal. Heeft die geen sorry gezegd? Komt-ie in stock, want dat excuus komt nog wel.’ Andere ruimten kunnen wat Paauw betreft gewijd zijn aan zaken als het slavernijverleden, waar sorry wat hem betreft op zijn plaats is, aan overspel, de windmolens bij Urk.
Kortom, we lijken wat het sorrymuseum betreft te maken met een universeel eigentijds concept, dat ons tijdsgewricht, waarin westerlingen zich ongemakkelijk of zelfs schuldig voelen over het koloniale verleden van hun voorouders en waarin nieuwkomers uit de voormalige koloniën van hen verontschuldigingen vragen voor wat hún voorouders is aangedaan.
Definitie
sorrymuseum (het, sorrymusea, sorrymuseums) museum in een voormalige koloniale mogendheid met een etnografische collectie die geheel of gedeeltelijk afkomstig is uit een of meer voormalige koloniën, voor de totstandkoming waarvan de huidige leiding zich verontschuldigt tegenover de nazaten van de bewoners van de voormalige kolonie
Antoon Janssen
Sorrymuseum? Haha, u bedoelt de Tweede Kamer?
Zeg dat dan. 🙂
erik kiderlen
Sorry voor de hospitaalbedden, , de anti-malaria campagnes, de pokken-inentingen , de schoolbanken, de pensioenen en de wegen-en spoor netwerken ?
Wie gaat dat zeggen ? Zal dat in het Sorry-museum genotuleerd worden?
Ik vraag het maar.
Johan De Smet
Goede vraag. Maar onze Leopol gaan we toch niet goedpraten he. Een eeuwtje na datum mensen en situaties verketteren is niet correct. Wat zullen ze binnen 100 jaar zeggen over ons? We vreten ons te pletter en anderen verhongeren. Zijn we daarom des duivels? Nee.