triptherapie

geplaatst in: Woord van de dag | 2

Trippen met truffels – dat doe je niet alleen voor je plezier, maar ook om jezelf beter te leren kennen en in balans te komen. Althans, dat valt op te maken uit een artikel over triptherapie, dat gisteren in Het Parool stond. Zo’n therapie doe je onder leiding van een tripgids, die weet hoe je thee van triptruffels moet zetten. Deze tripcoach blijft zelf overigens nuchter tijdens de triptherapie om de persoonlijke groei van de tripper in goede banen te leiden en om – in het geval de psychedelische ervaring dreigt te ontsporen – daar door middel van tripstoppers een einde aan te maken.

Triptruffels kennen we al sinds dit mooi allitererende woord in 2011 in de Dikke Van Dale werd opgenomen als synoniem van het iets oudere woord tripknol, de lekenterm voor sclerotium, een ste­vig, vaak af­ge­rond klomp­je schim­mel­weef­sel met een zeer har­de, dik­wijls don­ke­re wand, door mid­del waar­van som­mi­ge schim­mels, voor­al plan­ten­pa­ra­sie­ten, on­gun­sti­ge pe­ri­o­des kun­nen over­le­ven, maar waarmee je ook een truffeltrip kunt maken, omdat de sclerotia hallucinogene effecten hebben. Triptherapie is echter wel een totaal nieuw woord.

Volgens het artikel in Het Parool verloopt zo’n triptherapie volgens een vast protocol  en omvat deze behalve de trip zelf een intakegesprek en een gesprek achteraf, een ‘integratiegesprek’, om de ervaringen bij de patiënt op de gewenste wijze te laten landen.

Definitie

triptherapie (het, -s) therapie waarbij iemand door toediening van hallucinogene middelen onder begeleiding van een (psycho)therapeut een trip maakt, bijvoorbeeld ten behoeve van zijn of haar persoonlijke groei

 

2 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *