De Telegraaf breidt onze woordenschat vandaag uit met weesschotel. De krant schrijft:
Den Haag gaat werk maken van het verwijderen van weesschotels. Veel daken in de hofstad staan vol met ’vergeten’ exemplaren nu gebruikers zijn verhuisd of overgeschakeld naar tv-kijken via internet.
Weesschotel is een samenstelling met het woord wees, zoals we dat ook aantreffen in onder meer weesauto (auto, m.n. waarvan de eigenaar onbekend is, die op de openbare weg is achtergelaten en langzaam staat te vergaan) en weesfiets (fiets die ergens door de eigenaar is achtergelaten en waarvan wordt aangenomen dat hij niet meer wordt opgehaald). In zulke samenstellingen kan wees worden geparafraseerd als verweesd in de figuurlijke betekenis ‘(onbeheerd) achtergelaten’.
Weesschotel is interessant, want tot nu toe figureerde wees vooral in samenstellingen met een voer- of vaartuig als tweede lid. Naast weesauto en weesfiets hebben we bijvoorbeeld ook weesboot en weesbrommer aangetroffen. Een ander neologisme, weessok (overgebleven sok van een paar sokken waarvan je er één kwijt bent) heeft een ander betekenisaspect en hoort dus niet in het rijtje met auto, boot, brommer en fiets.
In feite betekent wees in samenstellingen als weesauto en weesschotel dat het door het tweede lid genoemde object onbeheerd in de openbare ruimte is achtergelaten. Dat wees met dit betekenisaspect nu ook met andere objecten dan voer- en vaartuigen gecombineerd wordt, kan erop wijzen dat dit woord productiever aan het worden is als eerste lid in samenstellingen.
Definitie
weesschotel (de, -s) satellietschotel op een dak of aan een gevel van een gebouw die niet meer wordt gebruikt en langzaam aan het vergaan is en daardoor de aanblik van het gebouw ontsiert
Geef een reactie